Normal_martin_favi_

Medicijntekorten in Nederland nemen als sinds 2013 toe, maar de betrokken partijen weten maar niet tot een oplossing te komen. Vorig jaar waren er in totaal 625 middelen enige tijd niet leverbaar en in 2014 en 2013 ging het om respectievelijk 527 en 426 middelen. Volgens voorzitter Martin Favié van Bogin, de belangenvereniging van biosimilars en generieke geneesmiddelenfabrikanten, geven fabrikanten en zorgverzekeraars elkaar de schuld van het geneesmiddelenprobleem. Daardoor wordt er geen vooruitgang geboekt in het bereiken van een oplossing. Favié: “Oorzaak van sommige tekorten is het inkoopbeleid van de zorgverzekeraars.”

U treedt op namens de fabrikanten van geneesmiddelen waarvan het patent verlopen is. Waarom zijn er zoveel meer tekorten in Nederland dan in andere Europese landen?
“Er is een aantal oorzaken. In Nederland bepalen de zorgverzekeraars het inkoopbeleid, terwijl in andere landen de overheid die bepaalt. Zorgverzekeraars gaan in zee met de fabrikant die de laagste prijs aanbiedt, waardoor de prijzen van de geneesmiddelen waarvan het patent verlopen is enorm naar beneden gaan. Dat is natuurlijk voordelig, maar de keerzijde is dat de prijzen zo laag worden dat er heel weinig marge voor de fabrikanten overblijft. Voor de fabrikanten is het daarnaast onzeker of ze de middelen kunnen verkopen op de Nederlandse markt. Het ene jaar ben je wel aangewezen door de zorgverzekeraars en het volgende jaar weer niet. De zorgverzekeraar bepaalt aan het einde van het jaar pas wie het volgende jaar mag leveren, waardoor fabrikanten laat weten waar ze aan toe zijn. Deze industrie kent een doorlooptijd van vier tot vijf maanden voor een nieuwe levering.

Dit heeft tot gevolg dat fabrikanten, maar ook de groothandel en de apothekers, lagere voorraden aanhouden dan in andere landen. Vanwege de lage voorraden is Nederland gevoeliger voor tekorten dan de landen om ons heen. Nederland heeft geen gemeenschappelijke beleid om te zorgen dat die voorraden op een hoger niveau komen. In andere landen waar ook lage prijzen zijn, koopt bijvoorbeeld de overheid voorraad in. Dat gebeurt in Nederland niet. In ons land laten we het over aan de markt. Fabrikanten kunnen het zich vervolgens niet permitteren om voorraden weg te gooien vanwege de verstreken houdbaarheidsdatum. Overigens ontstaan veel tekorten door productie- of kwaliteitsproblemen of door een gebrek aan grondstof. Dan heeft niet alleen Nederland een tekort maar de hele wereld. Alleen merken wij het eerder.”

Zegt u hier dat de vrije markt faalt?
“Het systeem heeft geleid tot lagere prijzen, maar doorgaan met een dergelijke systeem betekent dat je nauwelijks de extra voordelen krijgt, wel de nadelen. Daarom pleiten wij voor een minimaal prijsniveau dat fabrikanten en groothandels in staat stelt om voldoende voorraden aan te houden en zekerheid geeft over de levering van de geneesmiddelen. In dat geval weten de fabrikanten wat ze aan het einde van het jaar nodig hebben en wat hun marktaandeel is. Als de prijs zo laag wordt dat je onder de kostprijs moet gaan, dan loop je het risico dat het hoofdkantoor van dergelijke internationale bedrijven besluit om te stoppen met leveren in Nederland.”

U zegt dat fabrikanten door het Nederlandse systeem lage voorraden hebben, maar zij zijn toch gewoon bij wet verplicht om genoeg voorraad te hebben?
“Iedereen heeft het over leveringsplicht, maar de tegenhanger van leveringsplicht is een afnameafspraak. Wanneer er voor een medicijn maar één fabrikant is, zoals bij het schildkliermedicijn Thyrax, dan is het duidelijk dat je heel Nederland moet bedienen en dat die leveringsplicht er inderdaad is. Maar als het geneesmiddel uit het patent is en er zijn zeven leveranciers, wat is dan je leveringsplicht als je niet weet wat je marktaandeel gaat worden?”

De fabrikanten hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Patiënten komen in gezondheidsproblemen door de medicijntekorten. Begrijpt u deze veelgehoorde kritiek?
“Nee, die plicht en die verantwoordelijkheid is namelijk overgedragen aan de zorgverzekeraars. Twee jaar geleden hebben we een bestuurlijk akkoord gehad en het geneesmiddelenprobleem op de agenda gezet. Toen is bepaald dat de zorgverzekeraar geneesmiddelen inkoopt én een zorgplicht heeft. Dat houdt in dat de zorgverzekeraar aanspreekbaar is als zij onvoldoende medicijnen hebben ingekocht en deze niet beschikbaar zijn. In de praktijk weten mensen dat niet. Als het geneesmiddel niet in Nederland is maar wel in Duitsland of Frankrijk, dan moet de zorgverzekeraar maar organiseren dat het hier ook komt. Helaas leidt het uiteenlopende beleid van de zorgverzekeraars niet tot een dekking voor heel Nederland.”

Wat moet er in uw ogen veranderen bij de zorgverzekeraars zodat dit probleem wordt opgelost?
“Wij hebben de afgelopen twee jaar in verschillende werkgroepen alleen maar elkaar de schuld lopen geven. Ik vind dat we om tafel moeten om te kijken hoe we dit gaan oplossen, zodat er niet iedere keer tekorten ontstaan als een fabrikant problemen heeft met leveren. Dat betekent dat verzekeraars hun inkoopbeleid moeten aanpassen en dat fabrikanten wat moeten doen aan hun voorraadniveau. Dat betekent eveneens dat de overheid iets moet zeggen over het prijsniveau.”

Het zou zinvol zijn als fabrikanten aan elkaar dreigende tekorten melden, zodat ze elkaar de helpende hand kunnen bieden. Maar de Autoriteit Consument en Markt staat dat niet toe.
“Dat klopt, want wij zijn zwaar concurrerende bedrijven. Dat is wat de overheid wil en dat heeft geleid tot lage prijzen. Ik denk dat je dit alleen kunt oplossen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg er tussen te schuiven. Als een fabrikant ziet dat een bepaald marktaandeel niet geleverd kan worden, dan moet dat gemeld worden aan de inspectie. Die kijkt vervolgens of een andere fabrikant het over kan nemen. Als dat niet kan, dan moet de inspectie kijken wat ze daar vervolgens aan kan doen. De communicatie over dreigende tekorten kan niet tussen bedrijven onderling gaan. Als dat gebeurt, geef je de concurrentie de gelegenheid om te shoppen bij jouw klanten en dat kan nooit de bedoeling zijn.” 

Vindt u de rol van de inspectie nu te mager?
“De inspectie doet het nu met wat ze weten, maar misschien moeten we het anders gaan inrichten. Een keer een tekort kan, maar we zien de tekorten steeds meer toenemen en dat het systeem in Nederland bijdraagt aan de groei van de tekorten. Ik vind dat we nu tegen elkaar moeten zeggen: in Nederland zijn de prijzen al de laagste van Europa, het is nu taak dat we én lage prijzen én voldoende voorraad houden.”

In een rapport uit 2013 van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik werd al geschreven dat winstmaximalisatie botst met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van geneesmiddelenfabrikanten. We hebben het in 2016 over dezelfde problemen als in dat rapport. Kan ik concluderen dat we in de tussenliggende jaren niets zijn opgeschoten?
“Klopt, in tweeënhalf jaar zijn we niets opgeschoten.”

En de oorzaak is dat fabrikanten en zorgverzekeraars de schuld in elkaars schoenen schuiven?
“Dat heeft u heel goed geformuleerd.”

De boosheid in de samenleving is voornamelijk gericht op de fabrikanten. U zegt juist dat het aan de zorgverzekeraars ligt. Stoort die beeldvorming u?
“Het is heel knap dat zorgverzekeraars dat voor elkaar hebben gekregen.”

Wat is het verwijt van de zorgverzekeraars aan u?
“Zij zeggen dat wij te weinig op de markt brengen en dat wij niet melden als wij een probleem hebben. Dan zeggen wij: wij weten niet wat we op de markt moeten brengen want de zorgverzekeraar is daar niet helder over. Aan het einde van het jaar bepaalt de zorgverzekeraar wat volgend jaar aangewezen wordt en dan mogen wij weer kijken of we het kunnen redden. De prijzen zijn daarnaast in Nederland zo laag dat de fabrikanten niet zomaar even stoppen met de productielijn voor bijvoorbeeld Frankrijk om te gaan produceren voor Nederland. Zo werkt dat niet. Nederland draait mee, maar we zijn geen super interessant land voor de industrie.”

Zijn de partijen inmiddels weer on speaking terms?
“Het ministerie van Volksgezondheid heeft het initiatief genomen om het overleg anders in te richten en we gaan zien wat er gaat gebeuren.”

Hoe is uw vertrouwen daarin?
“Ik vind het nog te vroeg om daar na één vergadering al iets over te zeggen. Ik wil eerst kijken hoe het vervolg eruit gaat zien.”

© Nationale Zorggids / Frank Molema