Normal_overstappen_naar_de_zorg__ik_wilde_het_werk_doen_wat_ertoe_doet._relevant_zijn._

Ieder jaar maken tienduizenden Nederlanders de overstap naar de zorg (in 2020 waren dat er 39.030). Vooral de verpleging, verzorging en thuiszorg is populair. In 2020 begonnen 15.380 zij-instromers aan een werk- en opleidingstraject in deze richting. Deze week was de Ontdekdezorg week waarin dertien werkgevers organisaties in zorg en welzijn zij-instromers en herintreders proberen te interesseren in een baan in de zorg. Andrea Kuijpers en Christoffer van Teijlingen maakten onlangs de overstap naar de zorg.   

Een halfjaar geleden maakte Andrea Kuijpers (55) de overstap van haar eigen adviesbureau naar medewerker op een kleinschalige woonvorm voor mensen met dementie. “Ik heb er geen moment spijt van.”

Na een reorganisatie bij haar vorige werkgever, acht jaar geleden, begon Kuijpers te twijfelen over haar baan. “Veel collega’s moesten toen een andere baan zoeken. Ik hoefde dat niet, maar ik begon toen wel na te denken over mijn eigen rol en functie.” Uiteindelijk zegde ze haar baan op en begon ze als zelfstandige in dezelfde sector. Totdat Kuijpers het door corona twee jaar geleden minder druk kreeg. “Toen kwam ik pas toe aan de vraag; wil ik dit blijven doen? Is dit voor mij de meest relevante plek? Ik wilde meer het werk doen dat ertoe doet. Relevant zijn.”

Klik met Opella

Samen met een coach kwam Kuijpers uit op een baan in de zorg óf tuinieren. “Dat laatste vind ik ook heel leuk, maar op je 55ste gaan wieden en spitten is wel heel erg zwaar.” Tijdens oriëntatiegesprekken met zorgverleners klikte het met zorgdienstverlener Opella. “Daar heb ik vervolgens gesolliciteerd als zij-instromer.” Haar eerste sollicitatie voor een opleidingsplek op hbo-niveau werd afgewezen. “Toen gaven ze aan dat er nog een mogelijkheid was en dat er een mbo-plek vrijkwam, maar dat ik binnen drie dagen moest reageren. Dat sprak me wel aan en ik ging ervoor.” Twee weken later zat Kuijpers, voor het eerst in jaren, weer in de schoolbanken.

“De eerste drie dagen voelde ik me in een andere wereld”, zegt ze. “In mijn klas zaten zoveel jonge mensen, met verschillende culturele achtergronden. Hiervoor zat ik altijd in mijn eigen bubbel. Het is heel fijn om contact te maken met mensen met een andere achtergrond en denkwijze en weer verrast te worden.” Het contact met haar medestudenten is goed. Kuijpers: “We hebben een hele veilige groep, we steunen en helpen elkaar. Dat is leuk en leerzaam.”

Intensief traject

De opleiding voor zij-instromers duurt in totaal 3,5 jaar. De eerste zes maanden - het versnelde VIG'ers-traject - ging Kuijpers twee dagen naar school en twee dagen aan het werk. Inmiddels is dat één schooldag en heeft ze twee tot drie werkdagen. “Alle tijd die overblijft, besteed ik aan studeren. Het is een heel intensief traject.” Ook op het werk is het wennen. Bijvoorbeeld aan de ochtendshift die al om 7.00 uur van start gaat. “Dat is vroeg en best pittig als je het niet gewend bent.” Fysiek is haar nieuwe baan soms pittig. “Door de drukte had ik de afgelopen maanden weinig tijd om te sporten, maar dat is wel nodig, want het tillen, ondersteunen en begeleiden van mensen is zwaar.” Ook de werkdruk kan heftig zijn. “Dit werk is zoveel leuker als je meer tijd hebt en de zorg kunt geven die je wil.”

Maar bovenal geniet Kuijpers van haar nieuwe baan. “Het contact dat ik met de ouderen met dementie heb, raakt me. Zij zijn zo zichzelf, puur en soms kwetsbaar. Dat is heel bijzonder om mee te maken. Ik ervaar dat als een cadeautje. Ook het contact met collega’s is heel fijn, net als met mijn studiegenootjes. We steunen elkaar om nieuwe kennis op te doen. Dat is prachtig.” Haar werkgever vindt het belangrijk dat de ouderen op de woongroep zoveel mogelijk zelf blijven doen. “Daar ondersteunen wij ze bij. Dat sluit heel erg aan bij de manier waarop ik zorg wil verlenen, ondersteunen en begeleiden.”

Christoffer van Teijlingen werkt in de gehandicaptenzorg

Christoffer van Teijlingen (31) was gistarist van de succesvolle Utrechtse band John Coffey. Vorig jaar begon hij als zij-instromer bij Abrona, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Hij werkt op een woongroep met licht verstandelijk beperkten met gedragsproblemen.

“De zorg zat altijd al in mijn achterhoofd”, zegt Van Teijlingen. “Mijn ouders, maar ook vrienden, zeiden dat ik goed in de zorg zou passen, omdat ik geduldig ben en rust uitstraal.” In 2016 stopte zijn band John Coffey, daarna werd hij bassist bij Tusky. “Toen we daar ook mee zijn gestopt, ben ik met mijn vrouw een jaar gaan reizen. Bij thuiskomst wist ik dat ik een keus moest maken wat ik wilde doen qua werk.”

Boventallig

Het werd inderdaad de zorg. Al snel kwam Van Teijlingen terecht bij Abrona. “Van een vriendin had ik daar goede verhalen over gehoord.” Hij solliciteerde voor een opleidings- en werktraject en werd aangenomen. “Ze zochten mensen voor de doelgroep van licht verstandelijk beperkten met gedragsproblemen. Ik wist niet wat dat inhield, maar toen ik een dag mee mocht kijken, vond ik het heel interessant.” De eerste drie maanden werkte hij ‘boventallig’. “Dat was heel fijn. Daardoor kon ik in alle rust meekijken met collega’s.” Na die eerste maanden begon de opleiding. “Eerlijk gezegd is dat niet mijn favoriete onderdeel. Het onderwijs is niet altijd toegespitst op volwassenen. Soms voel ik me weer dat 16-jarige jongetje in de schoolbanken, maar ik weet waar ik het voor doe.” Als hij over twee jaar klaar is, heeft hij zijn mbo-diploma maatschappelijk, persoonlijk begeleider.

Incidenten horen erbij

Het werk zelf vindt hij juist geweldig. “De cliënten van deze doelgroep proberen zo zelfstandig mogelijk te zijn. De uitdaging zit vooral in de confrontaties, verbale agressie en soms ook fysieke agressie. Wij begeleiden hen met hun emoties en gedrag. Dat is heel interessant en past beter bij mij dan helpen bij het aankleden, wassen of eten. Het niveau van de cliënten is vrij hoog en we voeren vaak goede gesprekken.” Aan de fysieke agressie moest Van Teijlingen in het begin wennen. “Bij de eerste paar incidenten schrok ik. Inmiddels heb ik het geaccepteerd. Het hoort erbij. En een kwartier later zit je soms weer rustig aan de koffie. Ik realiseer me dat het nooit persoonlijk is.”

Dat cliënten hun emoties zo duidelijk tonen, is ook bijzonder, vindt Van Teijlingen. “Een bewoner met een ochtendhumeur kan met een beetje aanmoediging zo omslaan en een hele gezellige dag hebben. Mensen zijn zo vrolijk en hebben zoveel goede momenten. Ze zijn heel eerlijk en oprecht. Dat maakt het werk mooi.”

Zijn vorige baan en hobby heeft hij nog niet gecombineerd met zijn nieuwe werk. “Gitaar spelen voor de groep vind ik nog spannend, dat voelt voor mij nog heel persoonlijk. Gek eigenlijk, want met John Coffey hebben we op alle grote festivals gestaan.” Toch wil hij binnenkort een keer zijn gitaar meenemen. “Dan moet ik wel werken aan mijn repertoire, want hier zijn vooral Frans Bauer en Jantje Smit populair.”

Door: Nationale Zorggids / Marjolein Kooyman