Normal_criminele_vrouwen_meisjes

Meisjes met gedragsproblemen ontwikkelen meer stoornissen als ze niet afdoende worden geholpen. Bovendien geven ze hun problemen door aan hun kinderen, die ze vaak al op zeer jonge leeftijd krijgen. Dit zijn de uitkomsten van het onderzoek van Elsa van der Molen, die vandaag promoveert aan de Universiteit in Leiden.

Jonge moeders
Uit het onderzoek van Van der Molen, die bezig is aan een opleiding tot GZ-psycholoog, blijkt dat meisjes die in een jeugdgevangenis zitten of hebben gezeten een bijzonder kwetsbare populatie vormen. Bij 96 procent van deze vrouwen was op jong volwassen leeftijd sprake van één of meerdere ongunstige omstandigheden (drugsgebruik, geen dagbesteding, financiële problemen) en bijna twee derde had psychische stoornissen. De bijzondere aandacht van Van der Molen ging uit naar de jonge vrouwen die al moeder waren: ongeveer een derde van de voorheen gedetineerde meisjes kreeg op jonge leeftijd een kind. Tijdens de zwangerschap gebruikten de aanstaande moeders veelal nicotine, alcohol en drugs.

Negatieve spiraal
Het blijkt dat de kinderen van deze meisjes veel kans lopen om in dezelfde spiraal terecht te komen als hun moeders. Bekend is dat naast genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van gedragsproblemen, ook kenmerken van het kind (zoals een driftig temperament, beperkte cognitieve capaciteiten) en omgevingskenmerken (gebrekkige opvoedvaardigheden van de ouders en opgroeien in een slechte buurt) gedragsproblemen bij jongeren voorspellen.

Van der Molen vindt de uitkomsten van haar onderzoek verontrustend. 'Als niet effectief wordt ingegrepen, stapelen de problemen van de meisjes zich op: slechte schoolprestaties, gebruik van alcohol en drugs, seksueel risicogedrag, en omgang met delinquente vrienden.' Die omstandigheden verbreden hun gedragsproblemen en kunnen leiden tot psychische problemen die nog moeilijker aan te pakken of zelfs onomkeerbaar zijn, zoals depressie of een borderline persoonlijkheidsstoornis.

© Nationale Zorggids