Normal_rechtszaak_hamer_rechtbank1

Een vader en moeder van een achtjarige verstandelijk beperkte jongen zijn door de rechter tijdelijk uit de ouderlijke macht gezet. De jongen had tijdens een operatie aan zijn hart een bloedtransfusie nodig, maar wegens geloofsovertuigingen stonden de ouders dat niet toe. Beide ouders zijn Jehova’s getuigen. Hoewel Jehova’s de meeste medicijnen en medische behandelingen aanvaarden, worden bloedtransfusies afgewezen. Dat meldt het Algemeen Dagblad.

De achtjarige jongen heeft het syndroom van Down en een aangeboren hartafwijking. Eventuele hartproblemen zijn in de toekomst te voorkomen, maar daarvoor was een operatie in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) nodig. De artsen waarschuwden de ouders voor de grote kans op bloedverlies. Zonder een bloedtransfusie liep de jongen een aanzienlijk risico op overlijden.  Zijn ouders kozen ervoor de bloedtransfusie af te wijzen, waardoor ze hun kind in ernstig gevaar brachten.

In de rechtbank van Breda legden de ouders hun geloofsovertuigingen uit. Hoewel ze de medische noodzakelijkheid van een bloedtransfusie inzien en alles zouden doen voor hun zoon, staat het geloof in de weg. De rechter respecteert hun geloofsovertuiging en ziet dat de ouders het beste voor hebben met hun zoon. Echter brachten ze door het weigeren van de bloedtransfusie hun kind in direct levensgevaar. Daarom besloot de rechter de vader en moeder tijdelijk uit de ouderlijke macht te zetten. 

Door: Redactie Nationale Zorggids