Normal_ouders_scheiding_gescheiden

Ouders, kinderen en rechters zijn tevreden over de inzet van gedragsdeskundigen als belangenbehartiger voor kinderen in complexe echtscheidingszaken. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft daar de afgelopen jaren een proef mee gehouden. De nieuwe werkwijze kent nog wel wat kinderziektes, zo blijkt uit onderzoek. Dat meldt het ministerie van Volksgezondheid.

Rechters kunnen bij een complexe echtscheidingszaak een bijzondere curator inschakelen, die opkomt voor de belangen van het kind. Traditiegetrouw is dat een advocaat of mediator, maar in Zeeland-West-Brabant is met ingang van 2015 gekozen voor gedragsdeskundigen. Het idee is dat zij vanuit hun expertise beter in staat zijn met kinderen te praten en te achterhalen wat er werkelijk speelt in een gezin.

Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant werkten gedurende de proef twaalf gedragsdeskundigen volgens de triangulatie-methode. Die houdt in dat zij praten met het kind, met elke ouder afzonderlijk en eventueel een derde, zoals een leraar. Van elk gesprek wordt een verslag gemaakt en met de betrokkene afgestemd. De bijzondere curator bekijkt daarna de verslagen in samenhang, maakt een analyse en formuleert een advies voor de rechter. Soms komen ouders alsnog zelf tot afspraken (bijvoorbeeld over een omgangsregeling) omdat ze door de gesprekken inzicht krijgen in de behoeften van hun kind en de schadelijkheid van hun ruzies.

Rechters vinden dat het inzetten van gedragsdeskundigen als bijzondere curator grote voordelen heeft, omdat zij duidelijk maken wat echt van belang is voor de kinderen en welke gevolgen het gedrag van de ouders op hun welzijn heeft. Daarmee geconfronteerd staan ouders vaak open voor verandering. Bovendien komt de juiste vorm van hulpverlening eerder in beeld. Een nadeel vinden de rechters dat gedragsdeskundigen geen juridische kennis hebben.

Ook ruim driekwart van de ondervraagde ouders en kinderen is tevreden over de aanpak, al vinden ze wel dat het traject lang duurt. De onderzoekers constateren bovendien dat de vergoeding die de gedragsdeskundigen krijgen (in het kader van deze proef werden zij net als advocaten ‘toegevoegd’ door de Raad voor Rechtsbijstand) te laag is voor de tijd die zij in elk zaak stoppen.

Door: Redactie Nationale Zorggids