Normal_jeugdzorg

Pleegkinderen die kampen met hechtingsproblemen, of andere ernstige gedragsproblemen die zijn ontstaan na mishandeling of verwaarlozing, zouden niet zomaar in een pleeggezin geplaatst moeten worden. Dit vindt ongeveer de helft van driehonderd door De Monitor ondervraagde pleeggezinnen. Pleegouders merken ook dat er steeds meer kinderen zijn met ernstige gedragsproblemen. Dit meldt de Monitor. 

“Het hele systeem raakt overbelast. Er wordt veel te makkelijk gezegd dat ieder kind recht heeft op een gezin. Waardoor kinderen die voorheen vanwege hun problematiek in een instelling werden geplaatst, nu vaak in een pleeggezin komen” zegt Mieke Teunissen, belangenbehartiger van Zeeuwse pleeggezinnen. Volgens haar hebben sommige kinderen zulke ernstige hechtingsproblemen dat pleegouders ze niet aankunnen. Ouders bellen haar dat ze vastzitten of het niet meer volhouden.

40 procent overweegt stoppen

Meer dan 40 procent van de ondervraagde pleegouders overweegt wel eens te stoppen met pleegzorg, blijkt uit onderzoek van De Monitor. Instanties nemen hen niet serieus, het pleegkind verstoort het eigen gezin te veel en pleegkinderen komen gepaard met te veel en te zware problemen. Net als in de rest van het land, kampt Zeeland met een tekort aan pleeggezinnen. Als sommige ouders dan ook nog stoppen, worden de tekorten almaar groter.

Breakdowns ofwel pleegzorg vroegtijdig beëindigen

Er zijn ouders die het echt niet meer volhouden, en een plaatsing van een pleegkind voortijd beëindigen. Dit kan een nieuw trauma bij het kind veroorzaken. “Als kind betrek je dit soort gebeurtenissen allemaal op jezelf. En het pleeggezin blijft achter met het gevoel gefaald te hebben”, aldus Teunissen. Ongeveer 45 procent van de pleeggezin maakt wel eens een zogenoemde breakdown mee. Het is de bedoeling om binnen vier jaar tijd het aantal breakdowns met 5 procent te verlagen.

Als het aan Teunissen ligt, krijgen ouders voordat ze met pleegzorg beginnen eerlijkere en duidelijkere voorlichting. Pleegzorgorganisaties moeten veel beter anticiperen en ouders een cursus trauma en hechting bieden. En dan heeft Nederland ook nog meer en beter opgeleide trainers en pleegzorgmedewerkers nodig, stelt Fred Verasdonck van Stichting Pleegwijzer. Goed opgeleide medewerkers pleegzorg kunnen een veel gedegener gezinsonderzoek doen dan de onderzoeken die nu plaatsvinden. Zo kan beter worden vastgesteld welk gezin moeilijkere gevallen aankunnen. Tot slot, als het aan Jeugdzorg Nederland ligt, gaan gemeenten met een fair tarief werken. Dat betekent dat de tarieven moeten verbeteren, zodat de juiste zorg geleverd kan worden. 

Door: Redactie Nationale Zorggids