Normal_politiebordje_politie

De politie, het Openbaar Ministerie (OM), Veilig Thuis en het Veiligheidshuis hebben onvoldoende aandacht gehad voor Hümeyra’s bescherming. Ook waren politie, Om en Reclassering Nederland onvoldoende gericht op het stalken door haar ex-vriend Bekir E., verdachte in deze zaak. Hümeyra deed in de loop van 2018 diverse keren aangifte tegen hem van stalking en bedreiging. Dit meldt Inspectie Veiligheid en Justitie. 

De organisaties hebben informatie zeer beperkt gedeeld met elkaar en niet goed samengewerkt. Daardoor was er geen volledig beeld van de risico’s en schoot de risico-inschatting voor Hümeyra’s veiligheid tekort.

Versnipperde aanpak en geen regie

De aanpak van haar zaak was versnipperd waardoor de risico’s voor Hümeyra onvoldoende in beeld kwamen bij politie, OM, Veilig Thuis en het Veiligheidshuis. Hierdoor was haar veiligheid onvoldoende gewaarborgd. Bij de betrokken organisaties waren veel medewerkers bezig met haar zaak, maar niemand had het overzicht en de regie. Bij de politie en het OM was er bijvoorbeeld voor Hümeyra geen vast aanspreekpunt. Zij moest haar verhaal daardoor steeds opnieuw doen.

Veiligheidsrisico zeer hoog

Hoewel de meeste organisaties inzagen dat het om stalking ging, werd de zaak van Hümeyra niet als zodanig opgepakt. Bij de aanpak van stalking hoort de bescherming van het slachtoffer voorop te staan. Dat is bij Hümeyra niet gebeurd. De politie maakte niet de risico-inschatting die bij stalkingszaken is voorgeschreven. Als dat wel was gebeurd, was duidelijk geworden dat het risico voor Hümeyra’s veiligheid zeer hoog was.

Ministers Grapperhaus van V en J, Dekker voor Rechtsbescherming en De Jonge van Volksgezondheid onderschrijven het inspectierapport. “Alle betrokken partijen moeten van deze zaak leren. Dat zijn wij aan Hümeyra, haar nabestaanden en de samenleving verplicht.”  

Door: Nationale Zorggids