Normal_geweld_agressie

Gezinnen die gemeld worden bij Veilig Thuis hebben naast kindermishandeling en/of partnergeweld, vaak ook te maken met andere complexe problematiek. Hoewel de situatie in de meeste gezinnen na melding sterk verbetert, is er anderhalf jaar later in meer dan de helft van de gezinnen nog steeds sprake van ernstig of veelvuldig geweld. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker instituut: Kwestie van lange adem, meldt huiselijkgeweld.nl. 

Het onderzoek is bedoeld om inzicht te geven of - en zo ja - wat er verandert in de kleine twee jaar na aanmelding bij Veilig Thuis. Daarmee kan een handelingsperspectief worden geboden aan betrokkenen, hulpverleners, instanties en beleidsmakers.

In het merendeel van de gezinnen is er sprake van een opeenstapeling van problemen. Het onderzoek maakt duidelijk dat de verschillende probleemcategorieën niet los van elkaar bekeken moeten worden.

Verbetering samenhangende problematiek

Ouders en kinderen zijn over het algemeen tevreden met de hulp die zij geboden krijgen. De onderzoekers stellen dat het geweld in de gezinnen na anderhalf jaar enorm is afgenomen. Daarmee verbetert ook de samenhangende problematiek, zoals de emotionele onveiligheid en de traumaklachten van kinderen en ouders. Het percentage gezinnen waar het geweld gestopt is bij de derde meting, is 29 procent. Het percentage gezinnen waar nog sprake is van frequent of ernstig partnergeweld neemt af van twee derde naar een derde.

Langere termijn

Tegelijkertijd blijkt dat in meer dan de helft van de gezinnen nog steeds sprake is van ernstig of veelvuldig geweld (jaarlijks meer dan 22 incidenten variërend van schelden, slaan, duwen, verwonden). Het voortduren van de kindermishandeling en partnergeweld heeft gevolgen op de korte maar ook voor de langere termijn voor kinderen. De onderzoekers onderstrepen het belang om het langdurige karakter van de problematiek en het hoge risico op revictimisatie te onderkennen.

Het Verwey-Jonker Instituut voerde het onderzoek uit in opdracht van Augeo Foundation, het ministerie van Volksgezondheid en dertien Veilig Thuis regio’s.

Door: Nationale Zorggids