Normal_copyright_stockfreeimages_mishandeling_kind_knuffel_

Het aantal slachtoffers van kindermishandeling en huiselijk geweld blijft onverminderd hoog. Zouden digitale technologieën kunnen helpen verhoogde risico’s op mishandeling te detecteren? Docentonderzoeker Eef Dooren ziet kansen, zij het onder voorwaarden en vanuit bepaalde ethische overwegingen. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid. 

Kindermishandeling en huiselijk geweld vormen mondiaal een hardnekkig, ogenschijnlijk onoplosbaar probleem met verstrekkende gevolgen voor de slachtoffers, hun omgeving en de samenleving als geheel. De WHO schat dat er ongeveer een miljard kinderen jaarlijks slachtoffer zijn, in Nederland wordt het aantal slachtoffers op circa 3 procent van alle kinderen geschat.

Ethische kwesties

De constante en relatief hoge prevalentie van kindermishandeling en huiselijk geweld én de potentie van moderne technologieën roepen de vraag op of er in al deze data inzichten kunnen worden opgedaan, waarmee risico’s op mishandeling beter kunnen worden ingeschat. Internationaal zijn hier al voorzichtige pogingen toe gedaan. De reacties op en de discussies over deze pogingen maken echter duidelijk dat het belangrijk is stil te staan bij voorwaarden en ethische kwesties.

Vooroordelen en het mogelijk stigmatiseren van kwetsbare groepen liggen op de loer, digitalisering kan dit zelfs versterken. Borging van transparantie en eerlijkheid van gebruikte modellen kan hierin uitkomst bieden, evenals begrip van de werking en de onderliggende keuzes voor modellen. Hierin zijn echter vooralsnog de nodige stappen te zetten.

Dialoog

Een eerste stap zou kunnen zijn om de dialoog tussen het technologische en sociale domein op gang te brengen. Zo kunnen experts binnen het sociale domein de werking van de modellen leren begrijpen en technologische experts zicht krijgen op wat uitkomsten van modellen voor hulpverleners, kinderen en gezinnen betekenen.

Door: Nationale Zorggids