Normal_baby_food_thumb

Baby’s van een maand of zes timmeren er flink op los. Met een hoop kracht en lawaai slaan ze ongecontroleerd met voorwerpen op tafel, op de grond en – als het tegenzit –  op de mensen die te dicht in de buurt komen. Amerikaanse wetenschappers vermoeden dat dat ongecontroleerde getimmer een functie heeft. Dat meldt Scientias.

Onderzoekers van de Tulane University verzamelden twintig baby’s van tussen de zes en vijftien maanden oud. De baby’s kregen plastic hamertjes en met behulp van zeer snelle camera’s werden de bewegingen van de jonge kinderen op de voet gevolgd.

'Bij de baby's van zes maanden oud gaan de bewegingen alle kanten op,' merkt onderzoeker Bjorn Kahrs op. 'Maar gedurende het tweede half jaar worden de bewegingen consistenter. Het is een bijna rechte op- en neergaande beweging: een beweging die je maakt als je op iets hamert.'

Volgens de onderzoekers ontwikkelen baby’s door wild om zich heen te slaan het vermogen om gereedschappen te gebruiken. Het onderzoek suggereert dat dat een geleidelijk leerproces is. Het begint met ongecontroleerde bewegingen en eindigt met heel precieze en efficiënte bewegingen wanneer baby’s ouder worden. De studie is gepubliceerd in het tijdschrift Child Development.

© Nationale Zorggids