Normal_borstvoeding_baby_borst_voeding

Niet-overdraagbare welvaartsziektes als obesitas, diabetes en allerlei allergische aandoeningen komen meer en meer voor. Het wordt volgens hoogleraar en onderzoeker Ruurd van Elburg steeds duidelijker dat de wijze van eten en drinken in het vroege leven een belangrijke basis is om de kans hierop te verkleinen. “De voeding in de eerste duizend dagen vormt een kind voor het latere leven.” Dat meldt Vakblad Vroeg. 

Ruurd van Elburg heeft een lange staat van dienst op het gebied van onderzoek in de eerste duizend dagen van het leven. Momenteel is hij werkzaam als Professor of Early Life Nutrition bij het AMC en als Chief Scientific Officer bij Nutricia Research in Utrecht. “In de eerste zes maanden van het leven is borstvoeding de eerste keus.”
 
Opmerkelijk noemt hij het verschil in samenstelling tussen de moedermelk van te vroeg geboren en op tijd geboren kinderen. “Eén van de grote verschillen is dat er bij een vroeggeboorte meer eiwit in de melk zit. Dat past bij het inzicht dat prematuur geborenen hier een grotere behoefte aan hebben om voldoende energie binnen te krijgen voor hun lichaamsopbouw en rijping van de organen. Soms is het dan nog steeds onvoldoende en dan moet die moedermelk worden verrijkt.”

Na zes maanden adviseert Van Elburg te beginnen met groente- en fruithapjes als aanvulling op de melkvoeding. Vanaf deze leeftijd hoeft dit geen borstvoeding meer te zijn. Sommige ouders wachten heel lang met het geven van bijvoeding. Dit doen zij vanuit de gedachte dat in moedermelk alles zit wat een kind nodig heeft. Volgens Van Elburg ten onrechte. “Vanaf zes maanden biedt moedermelk niet altijd alle voedingsstoffen die een kind nodig heeft en wordt de behoefte breder. Met groente- en fruithapjes krijgt een kind veel meer diversiteit aan bacteriën binnen. In bepaalde fases is dat gunstig.”
 
Van Elburg kent de geluiden dat het verstandig is om borstvoeding tot en met het tweede levensjaar te geven. “Het wetenschappelijk bewijs hiervoor ontbreekt echter. Er zijn geen studies die laten zien dat borstvoeding in het derde jaar expliciet voedingskundige gunstige effecten heeft. In deze levensfase bevat moedermelk bovendien te weinig ijzer om aan de gestegen vraag te voldoen.”

© Nationale Zorggids