Normal_zwanger_buik

Peuters die tijdens de zwangerschap aan sigarettenrook en psychische problemen van hun moeder zijn blootgesteld én een gebrekkig werkend zenuwstelsel hebben, vertonen vaker agressief gedrag. Dit blijkt uit onderzoek van promovendus Jill Suurland van de Universiteit Leiden, zo meldt de universiteit. 

Suurland onderzocht niet alleen de emotionele en cognitieve factoren die meespelen bij het ontstaan agressief gedrag, maar nam in haar onderzoek ook de neurobiologische factoren mee. Zij toonde aan dat kinderen die op vroege leeftijd agressief gedrag vertonen, een verstoorde coördinatie hebben binnen het autonome zenuwstelsel. Dit houdt in dat het zogenoemde sympatisch zenuwstelsel niet goed samenwerkt met het parasympatisch zenuwstelsel.

Normaal gesproken zorgt het sympatisch zenuwstelsel voor een verhoogde ademhaling en hartslag indien er een stressvolle situatie voordoet. Tegelijkertijd zou het parasympatisch zenuwstelsel de activiteiten moeten verminderen, waardoor de hartslag en ademhaling weer verlagen. De zenuwstelsels houden elkaar in balans. Echter is dit bij peuters die problematisch gedrag vertonen anders. Beide stelsel zijn of actief of geremd.

Het probleemgedrag ontstaat met name vanuit een combinatie tussen een gebrekkig werkend zenuwstelsel en factoren waaraan hun moeder tijdens de zwangerschap aan blootgesteld is, zoals roken, stress, of psychische problemen. Suurland hoopt dat haar onderzoek bijdraagt aan een tijdige behandeling van kinderen die agressief gedrag vertonen. Voor zwangere vrouwen die binnen een hoog risicoprofiel vallen, zouden eerder hulp moeten krijgen via interventieprogramma’s. 

Door: Redactie Nationale Zorggids