Normal_borstvoeding_baby_borst_voeding

Nieuwe moeders geven steeds vaker borstvoeding. Zo ook in Amsterdam. Maar omdat de stad multicultureler is dan andere steden, onderzocht de GGD Amsterdamse moeders en hun gewoonten op het gebied van borstvoeding. 73,5 procent van de Turkse moeders in Amsterdam geven borstvoeding. Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse moeders geven veel minder vaak borstvoeding. Dat meldt het Parool.

Zo geeft 52 procent van de Surinaamse moeders direct na de bevalling borstvoeding, maar na zes maanden doet slechts 14,8 procent dat nog. Ter vergelijking: 40,5 procent van de Turkse moeders geeft zes maanden na de bevalling nog steeds borstvoeding.

De GGD heeft niet kunnen vastleggen waarom Surinaamse en Antilliaanse moeders minder vaak borstvoeding geven. Vermoedelijk heeft dit te maken met een gebrek aan kennis over borstvoeding, maar het kan ook zijn dat juist kunstvoeding gezien wordt als een symbool van welvarendheid. Een ander vermoeden is het gebruik van kraamzorg, waar Surinaamse en Antilliaanse moeders minder vaak gebruik van maken.

Hoogleraar kindergeneeskunde Pieter Sauer is tevreden over de toename van borstvoeding en de inzet van consultatiebureaus om vrouwen aan te moedigen borstvoeding te geven. Het gaat hem echter niet om de gezondheidsvoordelen voor de kinderen, maar de moeders zelf. Borstvoeding blijkt namelijk de kans op borstkanker te verkleinen. Volgens hem zouden vooral kinderen in ontwikkelingslanden borstvoeding boven flesvoeding moeten krijgen.

Flesvoeding blijkt vooral in ontwikkelingslanden te zorgen voor infecties bij baby’s, omdat het drinkwater daar zo slecht is. “Dat voordeel van borstvoeding geldt in ontwikkelingslanden, niet in landen met een hoge sociaaleconomische status, zoals Nederland”, aldus Sauer. Kinderen die borstmelk kregen in plaats van kunstmelk zijn ook niet slimmer, zegt hij. De verschillen in IQ hebben te maken met de intelligentie van de moeder, maar niet de kwaliteit van de melk. 

Door: Redactie Nationale Zorggids