Normal_rss_entry-121335

Het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC) gaat stellen actief benaderen met de vraag of ze na zwangerschapsafbreking of een doodgeboorte de foetus willen nalaten aan de wetenschap. In het foetale weefsel gaan onderzoekers na hoe de werking is van genen en hoe de ontwikkeling van de verschillende organen verloopt. Dat vergroot kennis over aangeboren afwijkingen en over de normale groei van een foetus. Dit onderzoek gebeurt al op kleine schaal, maar een dergelijke biobank is er nog niet. Dit meldt AMC.

“Het kwam héél af en toe voor dat ouders spontaan nadat hun kindje dood was geboren of na een abortus, vroegen of ze de wetenschap vooruit konden helpen”, vertelt coördinator en arts-embryoloog dr. Bernadette de Bakker. “Maar dat is te weinig weefsel voor gedegen onderzoek.” In de nieuwe biobank komt weefsel van meerdere foetussen. Het AMC haalt de foetus zo snel mogelijk op, nadat de ouders toestemming en afscheid hebben genomen. “Om het onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te maken, is het belangrijk dat we een foetus kort na de geboorte ontvangen”, zegt De Bakker.

Als ouders de zwangerschap om sociale redenen afbreken, is de foetus in principe gezond. Dan kan de normale ontwikkeling van een foetus worden gevolgd. Het bestuderen van de ontwikkeling is het vervolg op de eind 2016 verschenen 3D-embryologieatlas waarin de eerste tien weken digitaal in beeld zijn gebracht. Dit werk is hard nodig, vindt De Bakker. Er is een beperkt beeld van de foetale ontwikkeling.

“Het komt geregeld voor dat een collega van de afdeling Verloskunde met een zwangerschapsecho van veertien weken bij ons komt. Of wij weten wat dit of dat vlekje is? In veel gevallen staan we dan met onze mond vol tanden en een te oud embryologieboek in de hand. We weten het gewoon te vaak niet. In de toekomst hopen we met deze kennis nog vroeger in de zwangerschap een aangeboren afwijking te kunnen herkennen”, aldus De Bakker.

Door: Redactie Nationale Zorggids