In 2013-2014 was er een mazelenepidemie in Nederland, vooral in gemeenten met een vaccinatiegraad lager dan 90 procent. Tijdens de epidemie kregen alle kinderen tussen 6 en 14 maanden in deze gemeenten een extra BMR-vaccinatie aangeboden. Extra wil zeggen naast de gebruikelijke prik op de leeftijd van 14 maanden. Doel van deze vaccinatie was om kinderen al op een jongere leeftijd te beschermen tegen mazelen. Het RIVM onderzocht de afweerreactie na deze vervroegde vaccinatie en na de de gebruikelijke BMR-vaccinatie en concludeert dat vervroegd inenten beschermt tijdens de mazelenepidemie. Dit meldt RIVM.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de vervroegde extra BRM-vaccinatie kinderen helpt beschermen tegen mazelen tijdens de epidemie. Na vaccinatie stijgt de hoeveelheid antistoffen eerst waarna ze langzaam weer dalen. Ook bleek dat de hoeveelheid mazelen antistoffen in de vervroegd gevaccineerde kinderen iets sneller daalt dan bij kinderen die alleen op 14 maanden een BMR-vaccinatie gehad hebben.
Deze versnelde daling van de antistoffen heeft echter niet direct gevolgen. De kans dat gevaccineerde kinderen, ook de eerder gevaccineerde kinderen, toch mazelen krijgen is klein. Mocht dat toch gebeuren, zullen de mazelen veel milder verlopen.
Mazelen in 2019
Op een Haags kinderdagverblijf zijn onlangs vier kinderen besmet geraakt met mazelen. De kinderen zijn geen van allen ingeënt. Eén van de patiëntjes heeft het virus waarschijnlijk in het buitenland opgelopen.
Door: Nationale Zorggids
