Normal_bevalling

Uit onderzoek van EenVandaag en Ouders van Nu deze week, blijkt dat vrouwen die tijdens de bevalling om een ruggenprik vragen, deze vaak te laat of helemaal niet krijgen. Niet omdat ze er te laat om vragen, maar omdat er tekorten aan anesthesiologen zijn. De ruggenprik is in Nederland niet de standaardmethode van pijnstilling. In bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Frankrijk krijgen veel meer vrouwen dan hier zo’n prik tegen de pijn. Maar zijn er eigenlijk nog andere vormen van pijnstilling tijdens de bevalling?

Vrouwen die pijnbestrijding tijdens de bevalling willen (of nodig hebben), moeten daarvoor naar het ziekenhuis. Alleen daar is apparatuur voor de ruggenprik, een injectie met pethidine of pompje met remifentanil (morfine) beschikbaar. Deze drie vormen van pijnbestrijding en lachgas worden door ziekenhuizen gebruikt voor bevallende vrouwen.

Ruggenprik

De meest bekende vorm van pijnstilling is misschien wel de ruggenprik. Vrouwen die hierom vragen (of de prik nodig hebben), krijgen verschillende pijnstillende medicijnen in een bolle onderrug gespoten, nadat het plekje plaatselijk verdoofd is. De anesthesioloog brengt een slangetje in, die tijdens de hele bevalling blijft zitten. Een ruggenprik is in principe ongevaarlijk voor het kindje, tenzij er complicaties optreden.

De ruggenprik zorgt voor minder pijn en is effectiever dan een injectie met pethidine of morfine. Vrouwen worden er niet suf van en blijven zich bewust van hun omgeving. In sommige gevallen werkt de ruggenprik niet goed genoeg en moet het opnieuw. Een groot nadeel van deze prik is wel dat de bevalling langer kan duren, omdat het persen iets bemoeilijkt. Een actueel probleem is dat vrouwen die een ruggenprik willen, deze vaak te laat of helemaal niet krijgen. Dit komt door het tekort aan anesthesiologen.

Morfinepompje (remifentanil)

Nog niet alle ziekenhuizen bieden remifentanil als pijnbestrijding voor bevallende vrouwen. Zo zegt het Maastricht UMC+ deze pijnstiller niet te gebruiken omdat het van mening is dat het nog onvoldoende onderzocht is op veiligheid. Dat gezegd hebbende, krijgen toch zo’n 20.000 vrouwen per jaar een soort morfinepompje. Vrouwen kunnen het pompje zelf bedienen als ze het gevoel hebben dat ze nog steeds te veel pijn hebben. Overdosering is niet mogelijk, omdat het apparaat is vergrendeld tot een bepaalde hoeveelheid. Kort voor het persen wordt de pomp uitgezet. Remifentanil is dan binnen een paar minuten uitgewerkt.
Een pompje met remifentanil levert bijna nooit problemen op, maar als het misgaat kunnen er onder meer ademhalingsproblemen ontstaan. Incidenten door het gebruik hiervan worden niet goed geregistreerd. Wel blijken vrouwen positiever over het morfinepompje dan over de ruggenprik.

Pethidine

Ook pethidine is een morfine-achtige stof en dus een sterke pijnstiller die zo’n twee tot vier uur duurt. Toch adviseren de meeste artsen en verloskundigen om niet voor pethidine - die met een prik in de bil of bovenbeen wordt gegeven - te kiezen, omdat bij een groot deel van de vrouwen het medicijn niet goed helpt tegen de pijn. Ook maakt het je suf en slaperig, waardoor een deel van de bevalling vergeten kan worden. Baby’s kunnen tijdelijk ademhalingsondersteuning nodig hebben, omdat het medicijn ook hen bereikt. Zij kunnen er dus ook suf en slaperig van worden, wat de ademhaling vlak na de geboorte bemoeilijkt.

Lachgas

In steeds meer ziekenhuizen kunnen bevallende vrouwen voor lachgas kiezen in plaats van de meer ingrijpende ruggenprik. Een opvallende ontwikkeling, als je kijkt naar het algehele lachgasverbod in de maak. Maar de samenstelling van het gas in het ziekenhuis is anders dan het gas dat mensen in het uitgaansleven als partydrug gebruiken. Om de bevalling veilig te houden, dienen ziekenhuizen een optimale combinatie van lachgas en zuurstof toe.

Lachgas wordt niet tijdens de hele bevalling toegediend, alleen wanneer de vrouw dat wil en met name tijdens de laatste en zwaarste periode. Ongeveer 40 tot 50 procent van de vrouwen die lachgas toegediend krijgt tijdens de bevalling, heeft daar voldoende aan. De pijn gaat er niet helemaal door weg, maar door een meer ontspannen lichaam wordt het minder en laat de vrouw de benodigde ontsluiting gemakkelijker toe. Het gas heeft geen invloed op het kindje of de bevalling.

Door: Nationale Zorggids
Bronnen: De Verloskundige, RTL Nieuws, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Maastricht UMC+, Thuisarts, BNR Nieuwsradio