Normal__kraamzorg_op_maat_kan_nieuwe_ouders_goed_op_weg_helpen_

Kraamzorg op maat kan nieuwe ouders goed op weg helpen. Hierbij kunnen ouders in overleg met de kraamverzorgenden kiezen voor een wendag zonder kraamzorg of juist meer maar kortere zorgdagen om de borstvoeding op gang te helpen. Meer wetenschappelijk onderzoek naar kraamzorg is nodig om deze meer clientgerichte zorg goed te organiseren. Dit blijkt uit het eerste promotieonderzoek naar kraamzorg in Nederland, van Fleur Lambermon. Zij promoveert op 10 november aan het Radboudumc / de Radboud Universiteit, meldt Radboudumc. 

 “In het huidige systeem komt de kraamzorg acht dagen achter elkaar, en daarna is het pats, boem afgelopen”, aldus Lambermon. “Terwijl veel ouders juist pas tegen zaken aanlopen zodra de kraamzorg er niet meer was. Dan is de drempel hoog om hulp te vragen, omdat je meteen terecht komt bij de huisarts of het consultatiebureau.”

Wendagen en borstvoeding

Op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek kwam zij tot verschillende conclusies, die complementair zijn aan elkaar. Uit één van haar studies bleek dat ouders erg enthousiast waren over een zogenoemde ‘wendag’. Lambermon: “Dat is een dag gedurende de kraamzorgperiode waarop de kraamverzorgende níet aan huis kwam, en ouders hun baby volledig zelf verzorgden. De dag erna kwam de kraamzorg terug. Ouders merkten veel beter waar ze tegenaan liepen en konden dit laagdrempelig bespreken.”

Tegelijkertijd bleek uit één van haar andere studies, dat, op basis van de belangrijkste kwaliteitsindicator in de kraamzorg ‘geslaagde borstvoeding aan het einde van de kraamperiode’, de kwaliteit bij een flexibele planning gelijk is aan een standaard planning. Daarnaast werd er ook geen verschil gevonden in de ervaren zelfredzaamheid van moeders bij vier weken na de bevalling.dat de wendag de zelfredzaamheid van ouders niet vergroot had. Toch pleit Lambermon ervoor, vanwege het enthousiamse van ouders. 

De toekomst van de kraamzorg

Uitdagingen in de praktijk biedt deze gepersonaliseerde manier van kraamzorg wel, zo laat het proefschrift zien. Kraamverzorgenden geven aan het moeilijk te vinden een evenwichtige werk-privé balans te vinden, doordat zij vaker ‘op wacht’ staan. Ook in de huidige situatie ervaren kraamverzorgenden een hoge werkdruk doordat ze vaak acht dagen achter elkaar bij één gezin werken. “Zowel ouders als kraamverzorgenden houden vast aan het credo: één kraamverzorgende per gezin in de kraamperiode. Maar misschien moeten we daar wel vanaf. We hebben juist gezien dat het goed kan zijn als er twee verschillende personen bij een gezin thuis komen, omdat ze elk hun eigen ervaring meebrengen”, aldus Lambermon. Zij pleit dan ook voor vervolgonderzoeken naar de rol van de kraamzorg, de werkbelasting voor kraamverzorgenden en het welbevinden van baby en ouders.

Daarom gaat Lambermon het komende jaar samen met mensen uit de praktijk het land door voor gesprekken met kraambureaus. Zij willen hiermee hun kennis uitbouwen en gebruiken voor verder onderzoek, om zo de kraamzorg van de toekomst beter te laten aansluiten op de wensen van zowel ouders als kraamverzorgenden.

Door: Nationale Zorggids