Wel of niet opereren bij aangeboren longafwijking?

Baby’s met een aangeboren longafwijking krijgen niet allemaal dezelfde behandeling. Het is afhankelijk van de regio of het land waarin het kind geboren wordt. Dat meldt het Erasmus MC. 

In sommige ziekenhuizen worden kinderen met een aangeboren longafwijking preventief geopereerd, terwijl andere centra kiezen voor een afwachtend beleid. De aanpak verschilt per land of zelfs per regio. Promovendi Casper Kersten en Sergei Hermelijn van het Erasmus MC Sophia deden hier, onder leiding van kinder- en longchirurg dr. Marco Schnater, onderzoek naar onder 28 kinderziekenhuizen in Europa. Het onderzoek is gepubliceerd in Children.

Cyste

Schnater: "Jaarlijks zien we in ons Kinderthoraxcentrum tien tot twintig nieuwe patiënten met een aangeboren longafwijking. Dit wordt meestal ontdekt op de twintigwekenecho door een cyste in de long van de foetus. Een klein deel van de baby’s komt na geboorte op de IC terecht, maar meer dan 90 procent heeft geen symptomen en mag het ziekenhuis al snel verlaten. Ook in de jaren daarna groeien veel kinderen op zonder symptomen."

Operatie

In het Kinderthoraxcentrum worden kinderen daarom liever niet preventief geopereerd, in tegenstelling tot andere centra. "Sommige centra voeren een aantal maanden na de geboorte standaard een operatie uit. Dat is een best heftige ingreep, want er wordt een stuk long weggesneden." Schnater verbaast zich over het verschil in aanpak. "De behandeling is nu regionaal en landelijk gebonden, en dat zou eigenlijk niet moeten. Uiteindelijk willen we allemaal dat het kind zo goed mogelijk geholpen, en zo min mogelijk belast wordt."

Door: Nationale Zorggids