Normal_hallucinatie_vage_foto

Slechtziende ouderen met een gezichtsvermogen van minder dan dertig procent hebben een verhoogde kans op het krijgen van hallucinaties. Dat blijkt uit een lezing van ouderenpsychiater dr. R.J. Teunisse over het syndroom van Charles Bonnet, een aandoening waarbij verstandelijk gezonde mensen last hebben van hallucinaties. Dat meldt GGZ nieuws.

De lezing werd georganiseerd door Anoiksis, een vereniging voor en door mensen met psychosegevoeligheid. Hierin stelt Teunisse dat het syndroom van Charles Bonnet (CBS) vaak voorkomt bij slechtziende ouderen van 65 jaar en ouder. Hierbij gaat het om complexe visuele hallucinaties met een intacte realiteitstoetsing: er worden beelden gezien die zich in de werkelijkheid voordoen en de persoon is zich ervan bewust dat hij iets ziet dat er niet is.

CBS blijkt vaker voor te komen dan eerder werd gedacht. Van de groep ouderen boven de 65 jaar met wat in de oogheelkunde wordt aangeduid als 'low vision' (een gezichtsvermogen 30 procent of minder) heeft zestien procent hallucinaties. Teunisse stelt dat CBS-patiënten vaak terughoudend zijn in het bespreken van hun hallucinaties met een arts uit angst voor stigmatisering. Ook interpreteren sommige ouderen de hallucinaties als een vroeg symptoom van dementie.

Factoren die mogelijk een rol spelen in het ontwikkelen van CBS op latere leeftijd zijn een verminderde algemene lichamelijke conditie, het gebruik van bètablokkers en eenzaamheid. Als mogelijke verklaring voor het ontstaan van hallucinaties geeft Teunisse dat een bepaald hersendeel door slechtziendheid te weinig prikkels ontvangt en in reactie hierop beelden gaat aanmaken van binnenuit. Teunisse denkt dat de klachten van CBS-patiënten verlicht kunnen worden door het geven van meer informatie en coaching, het verbeteren van de fysieke conditie en het aanpassen van medicijngebruik.

© Nationale Zorggids