Normal_mensen_kring

Bepaalde groepen patiënten blijken moeilijk te bereiken bij de beleidsvorming rond de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten krijgen weinig zicht op de doelgroepen en omgekeerd is de betrokkenheid vanuit deze groepen ook nauwelijks aanwezig. Dat meldt Skipr.

Dat blijkt uit het onderzoek 'Lokaal betrokken' dat is uitgevoerd door het Verwey-Jonker instituut. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om de zogenoemde Wmo-doelgroepen te raadplegen. Deze groepen zijn in het ideale geval allemaal vertegenwoordigd in een Wmo-raad. Dit orgaan is voor de meeste gemeenten een belangrijke maatschappelijke gesprekspartner bij het vormen van beleid.

Uit het onderzoek blijkt dat deze Wmo-raden gedomineerd worden door ouderen, chronisch zieken, vrijwilligers en mantelzorgers. Andere doelgroepen, zoals met name ggz-cliënten, blijken in veel raden ondervertegenwoordigd. Hierdoor hebben deze groepen binnen de Wmo-raden geen stem en zijn ze moeilijk bereikbaar.

In sommige gemeenten worden de belangen van moeilijk bereikbare groepen vertegenwoordigd door medewerkers van instellingen die met de betreffende groep werken. Ook deze organisaties hebben volgens de onderzoekers last van de dominante positie van de Wmo-raad. De lokale rekenkamers van de gemeenten worden geacht om te letten op een rechtmatige vertegenwoordiging van alle doelgroepen. Het onderzoek laat zien dat dat in de praktijk te weinig gebeurt.

© Nationale Zorggids