Normal_bejaard_dementie_oud_handen_zorg_euthanasie_

Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kan het beste in de eigen woonomgeving worden verleend. Hierover is een groot deel (89 procent) van de zorgverleners het eens. In vier op de vijf gevallen lukt dit ook. De meest genoemde redenen waarom iemand toch overgeplaatst moet worden, zijn een ongeschikte woonruimte en het ontbreken van de benodigde expertise. Dat blijkt uit een onderzoek van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL.

Vrijwel alle zorgverleners geloven dat de palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking zoveel mogelijk in hun vertrouwde woonomgeving gegeven zou moeten worden, thuis of in de woongroep of afdeling van een instelling. Ook vinden zij dat alle mogelijke moeite moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat daarvoor 24-uurs zorg en expertise beschikbaar is.

Voor het onderzoek vulden 718 artsen en begeleiders in de verstandelijk gehandicaptenzorg een vragenlijst in over de overwegingen die zij mee laten spelen bij een beslissing om een patiënt al dan niet over te plaatsen. Daarnaast werd hen gevraagd om de overwegingen te beschrijven die een rol speelden bij de meest recente palliatieve patiënt. Op deze manier konden de onderzoekers de overwegingen bij 255 patiënten inventariseren.

Bijna driekwart (72 procent) van de zorgverleners vindt dat de wens van een patiënt bij beslissingen over al dan niet overplaatsen leidend moet zijn. Veertig procent vindt zelfs dat dit best ten koste kan gaan van wat mindere kwaliteit van zorg. Een opmerkelijke bevinding is dat slechts in acht procent van de onderzochte beslissingen om een patiënt over te plaatsen, zorgverleners de wensen van de patiënt expliciet vermelden bij hun overwegingen.

© Nationale Zorggids