Normal_boos_oma_ouderen_bejaarden

De participatiesamenleving kan ongunstig uitpakken voor ouderen die kampen met een depressie, dit concludeert Wim Houtjes in zijn proefschrift. Uit zijn onderzoek blijkt namelijk dat het niet overgaan van depressies in relatie staat tot met minder sociale steun, kleinere sociale netwerken en uiteindelijk meer eenzaamheid. Dit meldt GGZ Nieuws.

De participatiesamenleving houdt in dat er een groter beroep gedaan wordt op informele zorgrelaties. Volgens onderzoeker Houtjes kan dit ongunstig uitpakken voor depressieve ouderen. “Omdat juist bij hen het ontbreken van een wederkerig contact een deel van het probleem vormt.” Uit Houtjes' onderzoek blijkt dat depressie bij ouderen samenhangt met de onopgelost problemen die deze ouderen ervaren. Hoe ernstiger de depressie, hoe meer onopgeloste problemen de oudere in kwestie ervaart. De oudere kampt in dat geval met name met onopgeloste behoeften aan psychologische en sociale steun, aldus Houtjes. 
 
Daarnaast ontwikkelen de depressieve ouderen waarbij de depressiebehandeling niet aanslaat een groter gevoel van eenzaamheid, omdat zij te maken krijgen met verminderde sociale steun en kleinere sociale netwerken. Houtjes: “Iemand legt door een depressie moeilijk contact. Dat leidt tot eenzaamheid. Zo werkt de depressie als een heidebrand door. Ongeveer 50 procent van de depressieve ouderen knapt niet op en zit soms jarenlang in een negatieve spiraal. Alleenstaanden en oudere mannen vormen de grootste risicogroep.”
 
© Nationale Zorggids