Normal_patient_man_ouderen

Ouderenorganisatie ANBO denkt niet dat het extra geld voor verpleeghuiszorg het personeelstekort oplost. ANBO noemt het extra beschikbaar gestelde geld ‘symboolpolitiek’. Er zijn namelijk meer ouderen die thuis wonen dan ouderen die in een verpleeghuis wonen, en daar moet het geld naartoe als het aan de ouderenorganisatie ligt. Deze maakt dan ook een onderscheid tussen verpleeghuiszorg en verpleegzorg, waarbij laatstgenoemde ook thuis aangeboden kan worden. Dat meldt ANBO.

De ouderenorganisatie vindt het goed dat er aandacht wordt besteed aan langdurige zorg, maar vindt het jammer dat er enkel aandacht is voor verpleeghuiszorg en niet alle andere vormen van zorg binnen de langdurige zorg, want ongeveer 8 procent van de hulpbehoevende ouderen woon in een verpleeghuis. De rest woont thuis.

Om thuis te kunnen wonen, zijn zorgvoorzieningen nodig, zoals dagbesteding, wijkverpleging en huishoudelijke hulp. “Maar daar is stevig op bezuinigd de afgelopen jaren, terwijl de vraag toenam. De meeste zorgaanbieders schrijven dus rode cijfers op zorg thuis. Daar moet óók geïnvesteerd worden”, aldus ANBO-bestuurder Liane den Haan.

Bovendien denkt de organisatie niet dat het extra geld de oplossing is voor het personeelstekort. Op dit moment staan er zo’n 25.000 zorgvacatures open. Naar verwachting loopt dit aantal ook op, vanwege het slechte imago dat de ouderenzorg heeft. Mede hierdoor melden weinig nieuwe verpleegkundigen en verzorgenden zich in de ouderenzorg. Daar komt bij dat niet-gekwalificeerd personeel steeds minder de kans krijgt. Den Haan pleit voor een visie op de vergrijzende Nederlandse samenleving, waarin aandacht wordt besteed aan de thuiswonende oudere, het imago van de ouderenzorg en opleidingen. 

Door: Redactie Nationale Zorggids