Normal_vaccinatie_prikken_inenten

De Gezondheidsraad adviseert ouderen vaccinatie aan te bieden tegen pneumokokken. Hoewel lang niet alle ziekte door pneumokokken daarmee uitgebannen wordt, kan wel een aanzienlijk aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen worden voorkomen. Dat schrijft de raad aan de staatssecretaris  Paul Blokhuis van volksgezondheid. 

Jaarlijks belanden tussen de 2.600 en 5.600 ouderen in het ziekenhuis met een longontsteking veroorzaakt door pneumokokken en nog eens ongeveer 1.800 met invasieve pneumokokkenziekte (onder andere hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging). Van hen overlijdt gemiddeld 15 procent. Er zijn verschillende vaccins beschikbaar tegen pneumokokken, die beschermen tegen respectievelijk 23 (PPV23) en 13 (PCV13) typen van de bacterie.

De Gezondheidsraad adviseert ouderen vanaf 60 jaar iedere vijf jaar te vaccineren met PPV23, met een laatste keer op 75-jarige leeftijd. Dit vaccin voorkomt 37 procent van de gevallen van invasieve pneumokokkenziekte en 7,5 procent van de longontstekingen veroorzaakt door de 23 typen bacteriën die in het vaccin zitten. Vaccinatie geeft dus geen garantie tegen ziekte door pneumokokken. Maar risico’s zijn er ook nauwelijks: de bijwerkingen zijn mild en kortdurend. Ook de kosteneffectiviteit is gunstig. Vaccinatie van ouderen met het andere vaccin (PCV13) zou minder gezondheidswinst opleveren en is minder kosteneffectief.

De raad vindt dat de vaccinatie voor alle ouderen toegankelijk zou moeten zijn en dat collectieve financiering ervan voor de hand ligt. Bij de uitvoering is goede informatievoorziening voor ouderen en zorgverleners van belang, zodat duidelijk is dat de werkzaamheid van vaccinatie beperkt is en iedereen een eigen afweging kan maken. 

Door: Redactie Nationale Zorggids