Normal_mantelzorg__thuiszorg

Het tempo waarin gemeenten het toezicht op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) invullen is te laag. Het duurt te lang voordat dit toezicht in Nederland overal van een gelijkwaardig en voldoende niveau is, stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), die in haar nieuwe rapport aandringt op een sneller tempo. 

Sinds de invoering van de Wmo in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de maatschappelijke zorg en het toezicht hierop. Het vormgeven en ontwikkelen van het Wmo-toezicht blijft voor de gemeenten een kwestie van hard doorwerken. Vanaf het begin had de opbouw van het toezicht bij de gemeenten een lage prioriteit. IGJ stelt vast dat het voor gemeenten nog steeds vallen en opstaan is om het een goede invulling te geven.

Onafhankelijkheid en transparantie niet uniform

Gemeenten vullen hun toezichthoudende taak heel verschillend in. De onafhankelijkheid en de transparantie van het toezicht is niet uniform en consistent. De gemeenten die goed op weg zijn met de randvoorwaarden voor goed Wmo-toezicht moeten dit niveau vasthouden. Gemeenten die er nog niet zijn, moeten zich bij deze groep kunnen aansluiten. Lukt dat niet, dan schaadt dit het vertrouwen in het Wmo-toezicht, waarschuwt IGJ.

Van reactief naar proactief 

De inspectie ziet een langzame verschuiving van alleen reactief naar meer proactief toezicht. De meeste gemeenten hebben ervoor gezorgd dat meldpunten voor calamiteiten en geweldsincidenten goed te vinden zijn.Toch is het niet overal duidelijk geregeld en vastgelegd dat de Wmo-toezichthouder zijn werkzaamheden onafhankelijk en zelfstandig kan uitvoeren. 

Door: Nationale Zorggids