Normal_geld__munten__centen

Bijna 3,5 miljoen ouderen ontvangen maandelijks een AOW. Wie ondanks de algemene ouderdomsuitkering een inkomen onder het bestaansminimum heeft, kan een beroep doen op een aanvullende uitkering. De helft van de mensen die daar recht op hebben krijgt die aanvulling niet. Hierdoor hebben tienduizenden ouderen minder inkomen dan zij zouden kunnen hebben. Dit meldt de Rekenkamer.

 

Ouderen die onder het bijstandsniveau uitkomen hebben vaak onvoldoende AOW-rechten opgebouwd, bijvoorbeeld door verblijf in het buitenland. Of ze moeten het als stel doen met één uitkering, omdat de jongere partner nog geen AOW krijgt. 48 tot 56 procent van de rechthebbende huishoudens doen echter geen beroep op de aanvullende AIO-uitkering. Dat staat gelijk aan zo’n 34.000 tot 51.000 huishoudens.

Aansporen en opsporen 

Niet-gebruikers zijn vooral te vinden in de leeftijd tussen 70 en 80 jaar of in de categorie mensen zonder migratieachtergrond. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) spant zich in om meer ouderen gebruik te laten maken van de regeling, maar heeft gegevens van uitkeringinstantie UWV en de Belastingdienst nodig om ouderen die de aanvullende inkomensregeling niet gebruiken op te sporen. Volgens minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is dat vanwege de privacywetgeving niet mogelijk.

Belemmeringen aanpakken

De Algemene Rekenkamer vindt dat de minister niet duidelijk is over hoe hij het lage gebruik van de aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen gaat oplossen. Daarom dringt de Rekenkamer er bij hem op aan te bekijken hoe de belemmeringen voor een doeltreffender aanpak bij de aanvullende regeling weggenomen kan worden. Aanbevelingen over het vereenvoudigen van de financiering hieromtrent en het inzichtelijker maken van de informatie neemt Koolmees over. 

Door: Nationale Zorggids