Normal_rss_entry-294585

Negen van de tien volwassen Nederlanders (88 procent) zeggen gelukkig te zijn. Vooral ouderen zijn vaker gelukkig, net als hoogopgeleiden. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers uit 2019.

Volgens het statistiekbureau ligt het welzijn in Nederland al jaren op een hoog niveau en zijn de onderlinge verschillen in geluk en tevredenheid beperkt. Zo was het 'geluksniveau' tussen 2013 en 2019 redelijk stabiel.

Wel waren er in 2019 meer mensen die hun geluk extreem laag waarderen, vergeleken met vijf jaar eerder. Ook zijn er bevolkingsgroepen waarin de verschillen in de beleving van geluk groter zijn dan in andere groepen. Vooral bij jongeren en laagopgeleiden was er meer ongelijkheid in welzijn.

65- tot 75-jarigen

Zo zijn er onder de laagopgeleiden minder gelukkigen (86 procent) dan onder hoogopgeleiden (92 procent). Middelbaar opgeleiden zitten hiertussenin. Ook hebben de 65- tot 75-jarigen met 92 procent een hoger percentage gelukkigen dan overige leeftijdsgroepen (88 of 89 procent).

Onder de 18- tot 25-jarigen zijn de verschillen in geluk tussen de onderwijsniveaus groter dan onder de 65- tot 75-jarigen. Het verschil in geluk tussen laag- en hoogopgeleide jongeren is dus groter dan het verschil tussen laag- en hoogopgeleide ouderen. Laagopgeleide jongeren zijn vaker ongelukkig dan hoogopgeleide jongeren, terwijl er vrijwel geen verschil is tussen oudere laag- en hoogopgeleiden.

Volgens het CBS is het aandeel gelukkigen bovendien groter naarmate het inkomen hoger is. Jongvolwassenen met werk hebben een beduidend hoger welzijn dan jongvolwassenen zonder werk.

Door: ANP