Normal_ouderen_ouderenzorg

Sensoren kunnen helpen bij het vroegtijdig signaleren van veelvoorkomend onbegrepen gedrag bij mensen met dementie, zoals bewegingsonrust, dwalen, roepen en agressie. Dit meldt het UMCG in een persbericht. 

Het Universitair Netwerk Ouderenzorg UMCG (UNO-UMCG) gaat hier samen met het lectoraat Sensors & Smart Systems van het  Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool Groningen en een aantal zorgorganisaties onderzoek naar doen. Het onderzoek wordt geleid door professor Sytse Zuidema van het UMCG en lector Heinrich Wörtche van de Hanzehogeschool Groningen. In oktober gaat het eerste onderzoek van start in Zonnehuisgroep Noord.

Nieuwe toepassing voor bestaande technologieën  

Sensoren worden al gebruikt in de zorg. Voorbeelden hiervan zijn bewegingssensoren om te kijken hoe patiënten zich rond hun woning verplaatsen of druksensoren in een ‘slim’ matras. Sensoren zijn aanpasbaar en kunnen ontworpen worden voor een specifiek doel. Zo kunnen sensoren gebruikt worden voor het meten van temperatuur of druk, maar ook huidweerstand, hartslag, hartslagvariabiliteit en geluid. Dit kunnen indicatoren zijn van onbegrepen gedrag. Geluid van cliënten, maar ook geluiden in de omgeving, kunnen bijvoorbeeld een aanwijzing zijn voor het ontstaan van onbegrepen gedrag.

Escalatie voorkomen

Als onbegrepen gedrag al bij de eerste signalen wordt herkend kunnen zorgprofessionals verdere escalatie voorkomen door snel te handelen. En precies dat is het doel van het onderzoek: een waarschuwingssysteem ontwikkelen met behulp van sensortechnologie dat onbegrepen gedrag ziet aankomen. “We weten bijvoorbeeld dat agressie zich opbouwt: mensen ervaren eerst angst en onzekerheid, worden onrustig en dat kan dan weer escaleren in agressie”, zegt professor Sytse Zuidema, hoogleraar Ouderengeneeskunde en Dementie in het UMCG. 

Niemand is gemiddeld 

Het onderzoek legt de focus op het inzetten van sensortechnologie in de praktijk. Zuidema: “Ons gezamenlijke onderzoek gaat verder dan de inzet van sensortechnologie. Alleen waarschuwen heeft geen zin als je er vervolgens niks mee doet. Er zijn wel richtlijnen over omgaan met onbegrepen gedrag, maar de adviezen zijn vrij algemeen en gebaseerd op de gemiddelde bewoner. Niemand is gemiddeld.” Tijdig inspelen op onbegrepen gedrag kan verschillen per type gedrag en per patiënt. De onderzoekers gaan in kaart brengen hoe zorgprofessionals omgaan met onbegrepen gedrag. 

Hun praktijkkennis van onbegrepen gedrag is volgens Zuidema heel waardevol en tot nu toe niet wetenschappelijk onderzocht. “Die kennis proberen we in dit onderzoek boven tafel te halen: hoe merken zij op dat meneer Pietersen angstig is of dat mevrouw Veenstra boos wordt, wat bij haar al eens uitmondde in agressief gedrag? Deze praktijkkennis is  cruciale input voor het bouwen van een waarschuwingssysteem. We willen verzorgenden betrekken, om te weten voor welk gedrag van een bepaalde bewoner ze gewaarschuwd willen worden. We hopen de kennis over omgaan met onbegrepen gedrag ook te vergroten onder de huidige en toekomstige zorgprofessionals.” 

Door: Nationale Zorggids