Normal_rss_entry-305916

Gevaccineerde mensen tussen de 61 en 65 jaar hebben een stuk minder antistoffen tegen corona dan gevaccineerde mensen in andere leeftijdsgroepen. Dat zei arts-microbioloog bij bloedbank Sanquin Hans Zaaijer dinsdagavond aan tafel bij Op1. Volgens Zaaijer is dat precies de groep die via de huisarts het AstraZeneca-vaccin heeft gekregen. "Het lijkt dat dat een vaccin is dat minder goede, hoge antistoffen geeft dan de mRNA-vaccins."

Sanquin onderzocht de hoeveelheid antistoffen bij ongeveer 1400 gevaccineerde bloeddonors. Daaruit bleek onder meer dat hoe langer geleden iemand gevaccineerd is, hoe lager de antistoffen zijn. Volgens Zaaijer hebben de allerjongste donors, van 18 tot 25 jaar, gemiddeld bijna acht keer meer antistoffen in hun bloed dan de mensen uit de groep van 61 tot 65 jaar. Ook een oudere groep, van 71 tot 75-jarigen, heeft gemiddeld twee keer zoveel antistoffen in het bloed, terwijl deze groep eerder gevaccineerd is dan de 61- tot 65-jarigen.

Bijwerkingen AstraZeneca 

Eerder werd al bekend dat het coronavaccin van AstraZeneca, net als dat van Janssen, in heel zeldzame gevallen een combinatie van stolselvorming in de aderen en een verlaagd aantal bloedplaatjes kan veroorzaken. Die riskante combinatie staat bekend als trombose met trombocytopenie syndroom (TTS). Beide vaccins zijn aan het begin van de vaccinatiecampagne in Nederland aan mensen toegediend.

In het voorjaar werd besloten om vooral nog gebruik te maken van de zogeheten mRNA-vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna. Bij die vaccins doen de genoemde ernstige bijwerkingen zich niet voor. Het middel van AstraZeneca wordt al maanden niet meer gebruikt. Dat van Janssen is wel nog beschikbaar. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) beschouwt beide vaccins overigens nog wel als veilig.

Door: ANP