Steeds meer honderdplussers in Nederland

Begin dit jaar telde Nederland bijna 2600 honderdplussers. Dat zijn er ruim vierhonderd meer dan vijf jaar geleden, wat neerkomt op een stijging van bijna twintig procent. Dat blijkt uit een analyse van ANP/LocalFocus op basis van recent bijgewerkte cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).

Het CBS voorspelde een aantal jaar geleden dat de groep honderdplussers vanaf 2020 snel groter zou worden vanwege een "kleine babyboom" na de Eerste Wereldoorlog. Ondanks de coronapandemie lijkt die voorspelling tot dusver uit te komen. Hoewel in 2020 en 2021 een stuk meer mensen overleden dan verwacht, is het aantal honderdplussers in die jaren alsnog stevig gegroeid.

Vooral in Flevoland steeg het aantal honderdplussers de afgelopen jaren rap. Sinds 2018 is het aantal mensen van 100 jaar en ouder in deze provincie ruim verdubbeld. Toch telt Flevoland, afgezet tegen het bevolkingsaantal, van alle provincies nog altijd de minste inwoners van honderd jaar of ouder. In Zeeland is dat aandeel het hoogst.

Van de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners tellen vooral Apeldoorn, Breda en Venlo relatief veel honderdplussers. In absolute zin wonen de meeste eeuwelingen in Rotterdam (111) en in Den Haag (107). Amsterdam (92) volgt daarna op de lijst.

Vrouwen

Ruim acht op de tien honderdplussers is vrouw. Vrouwen worden gemiddeld gezien dan ook ouder dan mannen. Wel valt op dat de groep mannen van honderd jaar of ouder in de afgelopen jaren verhoudingsgewijs sneller is gegroeid dan het aantal vrouwelijke honderdplussers.

Ebeltje Boekema-Hut uit Leek (provincie Groningen) is momenteel met 110 jaar de oudste Nederlander. Volgens de eerdere voorspelling van het CBS telt Nederland in 2030 zo’n 3500 inwoners van honderd jaar of ouder.

Door: ANP