bloedstamcellen

Uit onderzoek in het VUmc is gebleken dat een 115-jarige vrouw bij haar overlijden nog maar twee actieve bloedstamcellen had. Naar schatting heeft een mens gemiddeld 1.300 bloedstamcellen in het beenmerg die tegelijkertijd het bloed voorzien van nieuwe bloedcellen. Volgens geneticus Henne Holstege werpt het onderzoek mogelijk nieuw licht op de eindigheid van het menselijk leven. Dat meldt het VUmc.

In het onderzoek toonde Holstege aan dat het merendeel van de bloedcellen, die aanwezig waren in het gezonde bloed van een 115-jarige vrouw, afstamden van nog maar twee actieve stamcellen. Bovendien kon berekend worden dat de ene stamcel waarschijnlijk ooit een dochtercel was van de andere. Holstege: 'De vraag komt op of het merendeel van die bloedstamcellen is doodgegaan omdat ze te vaak hebben gedeeld. Als dat zo is, ligt de eindigheid van het menselijk leven misschien wel vast in een maximum aantal (bloed)celdelingen.'

Ons bloed bestaat uit verschillende typen bloedcellen die continu worden aangemaakt in het beenmerg. In dat beenmerg zitten naar schatting zo'n 1.300 bloedstamcellen, die zich kunnen delen en die bij deze deling aangeven wat voor soort bloedcel de dochtercel moet worden.

Om de vraag te beantwoorden waar de andere 1.298 bloedstamcellen van de 115-jarige vrouw zijn gebleven, keken de onderzoekers naar verschillende typen weefsel (bloed, nier, hersenen, aorta, lever, longen, hart, milt en slagader). Zij bestudeerden de telomeren, de uiteinden van chromosomen in de cellen van die weefsels. Bij elke celdeling worden deze telomeren iets korter. De telomeren van de bloedcellen van de 115-jarige vrouw bleken verreweg het kortste, omdat die bloedcellen zich het vaakst hebben gedeeld tijdens haar leven. De onderzoekers denken dat het mogelijk is dat het merendeel van de circa 1.300 oorspronkelijke bloedcellen is doodgegaan doordat de telomeren te kort werden. Als dat waar is, zou de telomeerlengte door het eindig aantal delingen een indicatie kunnen zijn van de eindigheid van het menselijk leven. Dit wordt door Holstege en collega's nu nader onderzocht.

© Nationale Zorggids