Normal_vergrootglas_loep_vergroten_onderzoek

Het resistente hepatitis B-virus is nog steeds een groot probleem. Uit het grootste onderzoek in Europa naar resistentie bij patiënten bij wie het hepatitis B-virus (HBV) niet volledig door behandeling wordt onderdrukt, blijkt dat er sprake is van een resistent virus. Dat meldt NU.nl.

Oorzaak van de resistentie is dat artsen nog oude antivirale middelen voorschrijven, die mogelijk resistentie tegen moderne middelen veroorzaken. Dit is de conclusie van het CARPE-onderzoek, een internationaal samenwerkingsverband van onderzoekers dat wordt gecoördineerd vanuit het UMC Utrecht en het Erasmus MC.

De wetenschappers onderzochten 1658 patiënten bij wie het virus niet volledig kon worden onderdrukt. Van hen had 52,7 procent resistente virusstammen in het lichaam. Met behulp van nucleos(t)ide anlogen (NA's) zijn er afgelopen decennia vorderingen gemaakt in de behandeling van de HBV-infectie. Met de introductie van nieuwe NA's (entecavir en tenofovir) is het gebruik van oudere overbodig. Onderzoek heeft aangetoond dat er zeer beperkte dan wel geen resistentie tegen deze nieuwere medicijnen voorkomt.

Het CARPE-onderzoek toont echter aan dat HBV-resistentie tegen medicatie ondanks de vooruitgang die is geboekt nog steeds een probleem is. Dit komt door behandeling met oude NA's (lamivudine) en daardoor kan ook resistentie ontstaan tegen entecavir, een van de twee nieuwere medicijnen.

"Eenderde van de patiënten die zowel met lamivudine als met entecavir werd behandeld, was geïnfecteerd met een tegen entecavir resistente virusstam", zegt viroloog en hoofdonderzoeker Annemarie Wensing van het UMC Utrecht. "Voor deze patiënten is tenofovir de laatst beschikbare optie. Hoewel dit geneesmiddel doorgaans veilig is, kan het niet bij alle patiënten worden gebruikt. Bij een nierziekte bijvoorbeeld is het middel meestal niet geschikt."

© Nationale Zorggids