Migraineaanvallen zijn nu in veel gevallen niet goed te behandelen, maar daar zou op korte termijn verandering in kunnen komen. Twee recente onderzoeken in Groot-Brittannië zijn veelbelovend in het verminderen van de frequentie en ernst van de aanvallen. Het geheim zit hem in antilichamen, die inspeelt op een chemische stof in het brein die verantwoordelijk is voor de gevoeligheid van licht, geluid en pijn. Dit melden Algemeen Dagblad en RTL Nieuws.
Ongeveer de helft van de 955 proefpersonen zag bij gebruik van antilichaam Erenumab de migraineaanvallen per maand halveren. Het tweede onderzoek richtte zich op een ander antilichaam, dat getest werd bij 1.130 migrainepatiënten. Ongeveer 40 procent van deze proefpersonen zag een vermindering in het aantal dagen met migraine.
Ook in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) deden zo’n honderd patiënten mee aan de test. Hoewel neuroloog en hoofdpijndeskundige Gisela Terwindt van het LUMC niet wil spreken van een wondermiddel, is ze zeker enthousiast over de ontdekking van deze antilichamen. “Je moet je realiseren dat migraine een heel veel voorkomende aandoening is waartegen nog geen specifiek middel bestaat. En dadelijk is dat er wél.”
Volgens onderzoeker Peter Goadsby brengt dit resultaat het onderzoek naar migraine naar een nieuwe fase. “Dit is geweldig omdat er vooruitgang zit in het begrijpen van de aandoening en het ontwikkelen van een specifieke behandeling tegen migraine.” Dat het aantal aanvallen en de heftigheid daarvan kan afnemen door gebruik van de antilichamen, is volgens Goadsby een grote doorbraak. “Deze patiënten krijgen een deel van hun leven terug.” Mogelijk is het middel vanaf volgend jaar zomer beschikbaar voor patiënten.
Door: Redactie Nationale Zorggids
