Normal_obesitas

In Nederland heeft 1 procent van de 20-plussers morbide obesitas. Dat betekent dat ruim 100.000 volwassenen lijden aan deze ernstige vorm van zwaarlijvigheid. In totaal heeft 14 procent in 2017 enige vorm van obesitas, ruim 2,5 keer meer dan begin jaren tachtig. Dit meldt CBS op basis van de nieuwste cijfers uit de Gezondheidsenquête. 

Zo’n 36 procent van de Nederlanders heeft daarnaast matig overgewicht. Bij elkaar opgeteld kampt 50 procent van de 20-plusers met overgewicht, waar dit begin jaren tachtig nog bij 33 procent het geval was. De helft van deze toename kwam door de toename van obesitas.

De meest gebruikte maatstaf voor overgewicht is de body mass index (MBI), het gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters. Bij een volwassene is sprake van overgewicht bij een BMI van 25 of hoger. Bij een BMI van 30 of hoger spreekt men van ernstig overgewicht, ofwel obesitas. Obesitas kan worden onderverdeeld in drie klassen: klasse 1 is BMI 30 tot 35, klasse 2 is BMI 35 tot 40 en klasse 3 is een BMI van 40 of hoger. Bij klasse 3 wordt gesproken van morbide obesitas.

Van de drie klassen van obesitas komt de eerste het vaakst voor. Sinds begin jaren tachtig groeide de groep mensen met obesitas van deze minst zware vorm ook het meest, van 4 naar 11 procent. De gevallen van obesitas klasse 2 en 3 namen ook toe, deze kwamen begin jaren tachtig nog zelden voor. Vrouwen kampen vaker dan mannen met obesitas. 

Door: Redactie Nationale Zorggids