Het aantal deelnemers aan bevolkingsonderzoeken neemt de afgelopen jaren langzaam af. Waar in 2014 nog 79 procent van de opgeroepen vrouwen meedeed aan de borstkankerscreening, deed in 2015 nog 78 procent mee. Eerder deze week werd al bekend dat steeds minder vrouwen een uitstrijkje laten maken voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. De deelname aan het bevolkingsonderzoek darmkanker lijkt echter een kleine groei door te maken. Dat meldt NOS.
De meestvoorkomende vorm van kanker bij vrouwen is borstkanker. Vorig jaar werden 15.000 vrouwen hiermee gediagnosticeerd en 125 mannen. Twee jaar geleden overleden zeker drieduizend vrouwen aan de ziekte.
Naast het bevolkingsonderzoek naar darmkanker, maakt ook de neonatale gehoorscreening en de hielprik screening een groei door. 99 procent van de baby’s ondergaan beide screenings. Dan is er ook nog het prenataal bloedonderzoek, waarbij zwangere vrouwen zich laten testen op hepatitis B, syfilis en hiv. Hieraan nam in 2016 99,1 procent van de vrouwen deel. Dit bevolkingsonderzoek heeft als doel deze ziekten bij foetussen en pasgeborenen te voorkomen.
Van de vrouwen die een twintig weken-echo mogen laten maken, doet 85 procent dat. Ongeveer 30 procent van de zwangeren en hun partner doen een prenatale screening op de syndromen van Down, Edward en Pataus. Deze test berekent hoe groot de kans is dat de vrouw zwanger is van een kind met één van de syndromen. Kindjes met Edward of Pataus hebben vaak een korte levensverwachting.
Door: Redactie Nationale Zorggids
