Geen uitbraak van Westnijlvirus in Nederland

In de afgelopen twee jaar zijn bij bloeddonors geen infecties met het Westnijlvirus gevonden. Als dat tot 1 december zo blijft, beëindigt Sanquin voorlopig de monitoring van bloeddonaties op dit virus. Met het uitblijven van nieuwe infecties kunnen verdere onderzoekskosten worden bespaard. De ervaring en apparatuur blijven beschikbaar. Dat meldt Sanquin. 

In 2020 werden in Utrecht en omstreken enkele besmettingen met het Westnijlvirus (WNV) gevonden, veroorzaakt door lokale muggenbeten. Hans Zaaijer, hoofd afdeling Bloedoverdraagbare Infecties bij Sanquin: “Dat was een belangrijk moment voor ons. We hadden het voorzien. Al jaren komt dit virus tijdens het muggenseizoen steeds noordelijker in Europa tevoorschijn. Recent had het virus, over de Alpen, Duitsland bereikt. Daarom hebben we de testcapaciteit uitgebreid. Want de meeste mensen hebben geen last van een WNV-infectie, en juist daardoor kan het ongemerkt in het gedoneerde bloed zitten en worden overgedragen. Voor een patiënt die dat bloed ontvangt, kan zo’n infectie heel gevaarlijk zijn. Die moeten we dus op tijd onderscheppen.“

Usutuvirus

Sanquin Research testte in 2020 en 2021 ruim 75.000 donaties uit Nederlandse risicogebieden op genetisch materiaal van het WNV, maar vond geen infecties. “Eén keer leek een donor besmet”, voegt Hans Zaaijer toe. “Bij zo’n positieve testuitslag zijn bevestigingstesten nodig, omdat het WNV heel nauw verwant is aan onder andere het Usutuvirus. Dat virus veroorzaakte in 2016-2018 forse sterfte onder merels. Uit aanvullende tests bleek het uiteindelijk toch om een infectie met Usutuvirus te gaan. Dat is gelukkig voor mensen niet schadelijk.”

Als op 1 december nog steeds geen nieuwe WNV-besmetting is gevonden bij donors, dan beëindigt Sanquin voor nu deze screening van donors. Volgend muggenseizoen zal deze niet worden hervat. Als WNV op een later moment opnieuw bij mensen opduikt, dan kan het testprotocol snel weer opgestart worden: de apparatuur en ervaring blijven beschikbaar.

Het Westnijlvirus

Het Westnijlvirus trekt vanuit het zuiden langzaam naar het noorden van Europa. Het is een virus dat via muggen en vogels verspreid wordt. Ook mensen kunnen door een muggenbeet besmet raken met WNV.

Wanneer mensen besmet raken, worden zij meestal niet ziek. Zo’n 80 procent krijgt geen klachten, 20 procent vertoont milde symptomen, zoals koorts en griepachtige klachten. Bij minder dan 1 procent van de gevallen kan een infectie leiden tot ernstige klachten van hersenen en zenuwstelsel.

Door: Nationale Zorggids