‘Behandeling kanker moet een levensgebeurtenis van zes weken worden’

Toen hij zijn allereerste ontdekking deed was de immuuntherapie, het onderzoeksgebied van internist Christian Blank, het sufferdje van het kankeronderzoek.  Nu, ruim twintig jaar later, is Blank benoemd tot bijzonder hoogleraar Interne Geneeskunde voor zijn klinisch onderzoek naar immunotherapie. De leerstoel die in 2020 is ingesteld door het Nederlands Kanker Instituut bewijst, aldus Blank, dat het geloof in kankerimmunotherapie helemaal terug is. Tijdens zijn oratie ‘A cycle of life of T-Cel activation’ op vrijdag 14 oktober staat hij uitgebreid stil bij zijn levenswerk: checkpoint-remmers. Dat meldt het LUMC. 

Als postdoc in het laboratorium van Thomas Gajewski in Chicago raakte Christian Blank aan het begin van dit millennium gegrepen door het onderzoek naar checkpoint-remmers. Het idee dat het eigen immuunsysteem geleerd kan worden om kanker te bestrijden vond hij buitengewoon elegant. En het liet hem niet meer los dat checkpoint-remmers, die een aantal jaar daarvoor waren ontdekt, daar de sleutel in konden zijn. “Mijn levenswerk is aantonen dat immuuntherapie met checkpoint-remmers bij veel kankers toepasbaar is.” Het goede nieuws is dat Blank, uiteraard met hulp van velen, op 50-jarige leeftijd al een heel eind is gevorderd.

Blank heeft in de afgelopen twee decennia met anderen laten zien hoe voorkomen kan worden dat afweercellen uitgezet worden door tumorcellen, en dus ‘gewoon’ door kunnen gaan met het herkennen en opruimen van tumorcellen. Dat kan door de stopsignalen die tumorcellen afgeven, te blokkeren. Checkpoint-remmers zorgen ervoor dat de ‘handjes’ van de tumor niet op de ‘schakelaars’ van de afweercellen kunnen drukken. De kanker stopt daardoor met groeien en sterft in veel gevallen af.

De onderzoeksgroep van Blank in het Antoni van Leeuwenhoek richt zich op het personaliseren van deze therapie bij melanomen, zodat steeds meer tumoren kunnen worden opgeruimd en de bijwerkingen voor patiënten kleiner worden. Er zijn inmiddels zo’n 20 tot 30 middelen in ontwikkeling die allemaal een ander stopsignaal van tumorcellen blokkeren.

Betere immuunreactie

Daarnaast ontdekte Blank dat deze vorm van immuuntherapie bij melanomen een veel beter resultaat geeft als het vóór de operatie wordt gegeven in plaats van na de verwijdering van de tumor. Want door deze neoadjuvante behandeling krijgt het immuunsysteem de gelegenheid om de hele verscheidenheid aan kankercellen te herkennen en zo een betere immuunreactie te geven.

Dit wil hij in toekomst ook in het LUMC met Ellen Kapiteijn doen bij het oogmelanomen. “Ik ben destijds terecht gekomen bij melanomen omdat dat de moeilijkste tumoren waren, waar chemotherapie en bestraling nauwelijks effect hadden. Ik hoefde dus geen strijd aan te gaan met andere therapieën. Maar het kan dus met alle soorten solide kankers. En dat gebeurt ook steeds meer.”

Geluk van de underdog

Uiteraard gingen hier vele jaren onderzoek overheen, maar toch was dat relatief snel. “Dat was het geluk van de underdog”, vertelt hij.  Bijna niemand hield zich met onderzoek naar checkpoint-remmers bezig. En degene die dat wel deden wisten elkaar gemakkelijk te vinden en deelden hun bevindingen met elkaar. “Die open houding is niet alleen heel prettig werken, maar zorgt er ook voor dat je samen echt vaart kunt maken. We waren klein en snel.” Dat kleine is er inmiddels af. Maar het snelle niet. Ook nu hij heel veel vakgenoten heeft, wordt er nog altijd goed samengewerkt.

De resultaten zijn indrukwekkend. Binnen tien jaar tijd wist de melanoomartsengemeenschap vijftig procent van de patiënten met melanoom in een laat stadium te genezen. Maar niet alleen de overlevingskans ging omhoog. Met de nieuwste neoadjuvante behandelingen is de therapie ook nog eens aanzienlijk verkort naar zes weken voor vele patiënten. Verminkende operaties blijven bij de helft van de patiënten ook nog achterwege. De behandeling is ook nog eens een stuk goedkoper, namelijk 16.000 euro per patiënt in plaats van 60.000 euro. En, ook zeer belangrijk, de patiënt voelt zich veel sneller af van het ‘patiënt-zijn’, waardoor zij/hij weer sneller het leven hervat en aan het werk gaat.

Door: Nationale Zorggids