Normal_sport_fysio_therapeut

Sportgeneeskunde wordt voortaan erkend als specialisme door het College Geneeskundige Specialismen (CGS). Dat meldt Mednet.

Met de erkenning zetten de sportartsen een belangrijke stap vooruit in een proces dat al meer dan tien jaar loopt. Voorzitter Rein Visser van de Vereniging voor Sportgeneeskunde is blij met de beslissing van het CGS, maar waarschuwt dat ze er nog lang niet zijn. 'Er moeten nog een hoop vragen worden beantwoord', aldus Visser.

Vorige week nam het CGS een positieve beslissing op basis van het advies van de adviescommissie sportgeneeskunde en de ingekomen adviezen van belanghebbende organisaties. Het erkennen van sportgeneeskunde als specialisme heeft  volgens het college grote gevolgen voor de opleiding tot sportarts, het formeel voeren van de titel sportarts en het instellen van een specialistenregister voor sportartsen.

Met het besluit van het CGS geldt de sportgeneeskunde nog niet direct als erkend specialisme. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) moet nog instemmen met het besluit tot erkenning. Tien jaar geleden deden de sportartsen ook al een poging om erkend te worden, maar die poging liep op niets uit. Sindsdien zijn ze aan erkenning blijven werken, met het besluit van het CGS als resultaat.

De erkenning als specialisme betekent dat het vakgebied voortaan een wettelijke basis krijgt en dat de titel sportarts beschermd is. Verder krijgen sportartsen een verwijsfunctie en mogen ze zelfstandig aanvullende diagnostiek aanvragen zoals MRI-beeldvorming. Voorzitter van de vereniging Sportgeneeskunde verwacht bovendien dat de erkenning gevolgen zal hebben voor de financiering van het vak.

Visser waarschuwt dat er nog veel vragen beantwoord moeten worden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de vraag wat verzekerde zorg is en aan welke kwaliteitseisen de zorg moet voldoen.

'We doen straks mee met de grote jongens en dat betekent dat dat we ook volgens hun regels  moeten spelen', aldus Visser. “Dat houdt waarschijnlijk in dat we zullen werken volgens andere kwaliteitsnormen. Voor een deel zal dat niet een grote schok geven, maar de nascholing en intercollegiale toetsing zullen veranderen.' Sportartsen hebben nu een eigen accreditatiesysteem, dat mogelijk vervangen moet worden door een NIAZ-accreditatie.

Wat ook verandert is de verhouding tussen sportartsen en ziekenhuizen. Nu gelden zij als sociaal geneeskundigen en werken zij in diverse constructies in een ziekenhuis of sportmedische adviescentra. Na de erkenning zullen sportartsen een relatie moeten aangaan met een ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (zbc).

© Nationale Zorggids