Normal_chirurgen_operatie

Beginnende chirurgen hebben, net als mensen in andere beroepen, tijd nodig om ervaring en kundigheid op te bouwen. De zogenoemde leercurve van artsen werd onderzocht door Amerikaanse wetenschappers van onder meer de universiteit van Harvard. Dat meldt Trouw.

De snelheid waarmee een beginnende chirurg uitgroeit tot een kwalitatief zeer goede chirurg blijkt afhankelijk van het soort ingreep. De Amerikaanse onderzoekers vergeleken 600 onderzoeken op het bestaan van de leercurve. In verreweg de meeste onderzoeken was die curve duidelijk te zien. Hoe snel de kwaliteit van de dokter omhoog gaat blijkt sterk af te hangen van de soort operatie. Zo blijkt een beginnend chirurg na twee maanden prima in staat om een galblaas te verwijderen, mits hij deze ingreep wekelijks heeft kunnen uitvoeren.

Bij sommige ingrepen blijkt de leercurve niet aanwezig: pas beëdigde KNO-artsen verwijderen keelamandelen net zo goed als hun vakgenoten die dit kunstje al jaren uitoefenen. Andere ingrepen vergen juist meer oefening. Zo hebben artsen het verwijderen van tumoren uit de dikke darm pas na 4,5 jaar volledig onder de knie, aangenomen dat de arts deze ingreep een keer per week heeft kunnen uitvoeren. Ook de operatie bij slokdarmkanker, een bypass of de 'Whipple'-ingreep bij alvleesklierkanker vereisen een ervaren chirurg.

In Nederlandse ziekenhuizen wordt geprobeerd om het leercurve-effect te ondervangen door beginnende artsen zoveel mogelijk samen te laten opereren met een ervaren collega. Het is echter de vraag of hiervoor altijd genoeg capaciteit op de operatiekamer aanwezig is.

© Nationale Zorggids