Normal_copyright_stockfreeimages_chirurg_arts_operatie

Artsen met een medicijnverslaving moeten hiervan af geholpen worden. Daarom komt artsenfederatie KNMG met een reddingsplan voor deze artsen. Vijf jaar lang worden ze ondersteund en gemonitord door collega's, familieleden en werkgever. Ook krijgen ze op de werkvloer een collega die ze in vertrouwen kunnen nemen, een zogenoemde buddy. Dat meldt de Volkskrant. 

De basis van het plan zijn de Physician Health Programs. Deze worden in Canada en Amerika al tientallen jaren succesvol ingezet. De programma's zorgen ervoor dat artsen hun verslaving laten behandelen en dat ze rehabiliteren. Op basis van de beschikbare Amerikaanse cijfers verwacht de KNMG dat 9 tot 12 procent van de artsen verslaafd raakt. Ze zoeken vaak geen hulp omdat ze bang zijn om hun baan te verliezen. De programma's boeken in zo'n 75 tot 85 procent van de Noord-Amerikaanse gevallen succes. Succes betekent ook dat ze geen terugval hebben en volledig functioneren.

Psychiater Hans Rode denkt dat veel verslaafde artsen het idee hebben dat ze niet van een verslaving af kunnen komen. Hij is sinds 2011 betrokken bij een speciaal steunpunt voor dokters met een verslaving: ABS-artsen. “ABS-artsen bestaat nu vijf jaar, maar we hebben misschien zestig of zeventig aanmeldingen gehad van artsen. Een topje van de ijsberg. We willen dus graag meer artsen bereiken. Als zij de signalen beter herkennen, bij zichzelf of bij anderen, kunnen zij eerder ingrijpen”, zegt Rode.

Het plan van de KNMG is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Zodra een arts van zijn verslaving af is, blijft hij vijf jaar onder controle van een bedrijfsarts. Middels diverse controles wordt onderzocht of ze inderdaad geen medicijnen meer gebruiken. Zo moet de gezondheid van de dokters bevorderd worden en verbetert de patiëntveiligheid. De kosten van het plan worden grotendeels gezamenlijk gedekt door de KNMG, het ministerie van Volksgezondheid en ledenorganisatie NvAA. Rehabilitatie kost per arts naar verwachting zo'n 10 tot 25 duizend euro. 

©Nationale Zorggids