Normal_dokter__arts__stethoscoop

Huisartsen en dierenartsen moeten beter samenwerken, zodat vooral huisartsen beter op de hoogte zijn van dierenziektes die ook besmettelijk zijn voor de mens. Vooral op lokaal niveau is meer informatie-uitwisseling nodig, vinden dierenarts en microbioloog Paul Overgaauw van Universiteit Utrecht en veterinair microbioloog Joke van der Giessen van het RIVM. Dit meldt de Gelderlander. 

“Landelijk is wel geregeld dat signalen over bepaalde ziektes bij dieren die ook op mensen betrekking kunnen hebben gesignaleerd worden. Maar op lokaal niveau is er echt winst te behalen”, vinden de microbiologen. Nu al komen we, door globalisering, steeds meer met dieren in contact. Nu is 60 procent van de infecties bij mensen nog afkomstig van dieren, maar dat kan in de toekomst oplopen.

Een dierenarts die ziet dat een dier besmet is met een ziekte die ook gevaarlijk is voor de mens, zou dat aan huisartsen in de regio moeten laten weten. Aan de kant van de huisarts is het belangrijk dat deze zich inleest in dierenziektes die overdraagbaar zijn op de mens. Het kan bijvoorbeeld raadzaam zijn om een patiënt naar zijn relatie met zijn hond te vragen. Mag hij in het gezicht likken? Ligt hij in bed? Eet hij rauw vlees? Risicofactoren die kunnen leiden tot ziekte bij de mens.

Meer rekening houden met dierenziektes

Het online platform Onehealth heeft een goed begin gemaakt, maar meer contact tussen huisartsen en dierenartsen is gewenst. Er is echter, naast Onehealth, nog niet veel op touw gezet in Nederland. Vaak genoeg houden huisartsen geen rekening met ziekten die katten en honden kunnen dragen. Q-koorts, hondsdolheid, schurft en ringworm zijn bijvoorbeeld overdraagbaar via deze twee huisdieren. 

Door: Redactie Nationale Zorggids