Normal_tuchtcollege_stethoscoop

De vader en broer van een patiënt die zijn leven heeft beëindigd, vinden dat zijn huisarts hun zoon en broer onvoldoende heeft behandeld en begeleid. Daarom dienden zij een klacht tegen de huisarts in bij het tuchtcollege voor de gezondheidszorg. Ook klaagden zij over de manier waarop de huisarts is omgegaan met de patiënt, zijn ouders en hun signalen en hulpvragen. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt de huisarts daarom een berisping op. Dit meldt het tuchtcollege voor de gezondheidszorg. 

Ongeveer een maand voor dat de 44-jarige patiënt een einde aan zijn leven maakte, kwam hij voor het eerst bij de huisarts. Die schreef hem medicatie voor en verwees hem door naar een psycholoog. De patiënt heeft daar meerdere gesprekken gehad. Ondanks deze gesprekken en de medicatie, verslechterde de psychische toestand van de man. Zijn ouders, die inmiddels noodgedwongen weer voor hun zoon waren gaan zorgen, hebben in de week voor de zelfdoding meerdere keren contact gezocht met de huisartsenpost in verband met hevige paniekklachten.

Op de dag zelf zijn ze nog met hun zoon naar de huisarts gegaan. Die belde de crisisdienst en psychologenpraktijk om een spoedbeoordeling te regelen. De huisarts kreeg te horen dat de crisisdienst de patiënt niet kon beoordelen, omdat hij al in behandeling was bij de psycholoog. Die praktijk had op haar beurt geen crisismogelijkheden.

Ruimte genomen om te luisteren

De huisarts vindt de klachten niet terecht en is van mening dat hij steeds ruim de tijd heeft genomen om naar de patiënt en zijn ouders te luisteren en dat hij de situatie van de man en zijn en zijn ouders hulpvragen serieus heeft genomen. Hij verwees de patiënt niet zonder reden door naar de psychologenpraktijk. Ook op de dag van de zelfdoding zou hij veel hebben gedaan om goede zorg te regelen. Hem kan niet verweten worden dat de patiënt niet is beoordeeld of opgenomen.

Klacht gegrond

Volgens het tuchtcollege is de huisarts op meerdere punten tekortgeschoten. Zo zou hij de ernst van de situatie en psychische nood niet zorgvuldig hebben ingeschat, en is er te weinig aandacht geweest voor het feit dat de situatie van de patiënt in relatief korte tijd verslechterde. Ook woog hij onvoldoende mee dat de ouders weer voor hun zoon gingen zorgen. De medicatie had aangepast moeten worden, en op de dag van de zelfdoding had de huisarts doortastender moeten optreden richting de crisisdienst en psychologenpraktijk. Kortweg: de huisarts deed niet genoeg en is daarom berispt.

Door: Nationale Zorggids