Normal_meer_dan_400_meldingen_over_grensoverschrijdend_gedrag_in_de_jeugdzorg

Sinds 2018 zijn er meer dan vierhonderd meldingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag in de jeugdzorg binnengekomen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). In de helft van de gevallen was de dader een jongere en bij bijna 25 procent van de gevallen ging het om een hulpverlener die grensoverschrijdend gedrag vertoonde. Het aantal meldingen is flink hoger dan tien jaar geleden, erkent de IGJ. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer kinderen in de jeugdzorg slachtoffer geworden van grensoverschrijdend gedrag dan nu bekend is. Dit meldt Argos. 

Het soort meldingen dat in de afgelopen vier jaar is binnengekomen, is divers. Soms gaat het om seksueel getinte berichten via Whatsapp en soms om aanranding of zelfs verkrachting. Het exacte aantal jongeren in de jeugdzorg dat slachtoffer is van seksueel grensoverschrijdend gedrag, is niet bekend. Een melding kan over meerdere slachtoffers gaan en soms komen er dubbele meldingen over hetzelfde incident binnen. Onder dergelijk grensoverschrijdend gedrag valt ook een intieme relatie tussen hulpverlener en ouder van een kind in de jeugdzorg.

Glijdende schaal

Bijna een kwart van de meldingen gaat over onaanvaardbaar gedrag door medewerkers in de jeugdzorg, die vaak niet veel ouder zijn dan de jongeren voor wie ze zorgen. Volgens IGJ-inspecteur Selini Roozen gaat het om stagiairs of jonge jeugdzorgwerkers die gevoelens krijgen voor een cliënt. “Dan zie je een glijdende schaal waarbij een zorgverlener in eerste instantie een vriendschapsverzoek via sociale media accepteert. Er wordt wat uitgewisseld. Ze zeggen ‘zullen we een keertje samen koffiedrinken?’. Vervolgens ontstaat er een vriendschap die uiteindelijk uitmondt in seksueel grensoverschrijdend gedrag.”

Bij 30 procent van de meldingen heeft een instelling of jongere aangifte gedaan bij de politie. Het is niet bekend hoe vaak een strafrechtelijk onderzoek is opgestart en hoeveel veroordelingen daaruit zijn gekomen. Dat is informatie die niet openbaar gemaakt mag worden.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky