Geen betere uitkomsten bij breed gebruik hartlongmachine bij hartstilstand

Anders dan verwacht levert bredere inzet van de hartlongmachine bij patiënten met een hartstilstand buiten het ziekenhuis geen verbetering op van de overlevingskansen. Onderzoek in Nederlandse ziekenhuizen onder leiding van het Maastricht UMC+, recent gepubliceerd in New England Journal of Medicine, toont aan dat deze logistiek en technisch uitdagende behandeling de neurologisch goede overleving op 30 dagen niet verder verbetert. Dat meldt het MUMC+.

Patiënten met een hartstilstand worden doorgaans gereanimeerd door hartmassage, beademing en de toediening van elektroshocks, bijvoorbeeld met een defibrillator (EAD) die tegenwoordig bij veel openbare ruimtes beschikbaar is. Het doel van een reanimatie is dat de bloedsomloop zo snel als mogelijk weer op gang komt om daarmee de zuurstofvoorziening naar de organen te garanderen. Als defibrillatie niet of onvoldoende helpt om de pompwerking van het hart weer op gang te krijgen, kan de bloedsomloop tijdelijk hersteld worden door de patiënt aan te sluiten op een hartlongmachine.

Hoogtechnische behandeling

In de afgelopen jaren zijn er bemoedigende resultaten gepubliceerd over de effectiviteit van de buitengewoon complexe behandeling met de hartlongmachine ook wel ECMO (Extra Corporale Membraan Oxygenatie) genoemd. Deze resultaten werden echter bereikt onder zeer geconditioneerde omstandigheden waarbij hoogwaardige expertise, ervaring en faciliteiten beschikbaar waren. Daarom was het onzeker of deze resultaten toepasbaar zouden zijn voor de dagelijkse praktijk in andere ziekenhuizen. Recentelijk werd in 10 Nederlandse ziekenhuizen onderzocht of het gebruik van een hartlongmachine tijdens een reanimatie ook leidt tot betere uitkomsten als deze op grote schaal wordt toegepast in meerdere ziekenhuizen.

Onderzoek

Patiënten die buiten het ziekenhuis een hartstilstand opliepen werden tijdens de reanimatie naar een ziekenhuis vervoerd. In het onderzoek werd, terwijl de patiënt nog in de ambulance lag, al geloot of een patiënt al dan niet met een hartlongmachine behandeld zou worden en werden de voorbereidende activiteiten voor behandeling in het ziekenhuis gestart. Er deden in totaal 134 patiënten mee waarbij de ene helft van de patiënten aangesloten werd op een hartlongmachine. De andere helft kreeg de reguliere behandeling. De behandeluitkomsten van de beide groepen werden met elkaar vergeleken. De belangrijkste uitkomstmaat was de mate van neurologische schade ten gevolge van langer durende afwezigheid of onvolledigheid van de bloedcirculatie.

Geen verschil

In deze zogenoemde multicenter, randomized, controlled trial werd, anders dan in eerdere onderzoeken, geen verschil gevonden tussen de beide groepen in de overleving met een goede hersenfunctie. De onderzoekers concluderen dat de uitstekende resultaten die worden behaald met deze veeleisende behandeling door buitengewoon gespecialiseerde behandelaars, niet gemakkelijk kunnen worden gereproduceerd, zelfs niet in een goed ontwikkeld gezondheidszorgsysteem als in Nederland. Hoofdonderzoeker intensivist Marcel van de Poll van het Maastricht UMC+: “Anders dan we dachten, tonen we met dit goed opgezette en uitgevoerde onderzoek aan dat het gebruik van de hartlongmachine bij een reanimatie weinig toegevoegde waarde heeft in de reguliere praktijk. Hoewel dit niet het gehoopte resultaat was, zijn de uitkomsten van het onderzoek toch belangrijk, vooral omdat ze bijdragen aan het verbeteren van de doelmatigheid van zorg.”

Door: Nationale Zorggids