Wachttijden ggz dalen niet ondanks regionale inzet: meerdere factoren van invloed

Regionale partijen zijn meer gaan samenwerken bij de aanpak van de wachttijden in de ggz (geestelijke gezondheidszorg). Ondanks deze inzet is echter geen zichtbaar effect te zien in de regio’s en zijn de wachttijden niet afgenomen. Dat heeft meerdere oorzaken op zowel regionaal als landelijk niveau. De vraag naar ggz is gegroeid, terwijl arbeidsmarktproblematiek ook een grote rol speelt. Daarnaast is er onduidelijkheid over verantwoordelijkheden in de regio en ontbreken voldoende landelijke randvoorwaarden om betere samenwerking mogelijk te maken, meldt Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

Dit constateren de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in hun toezicht op regionale aanpak wachttijden ggz in negen regio’s en bij Regionale Taskforces (RTF).

Uit recente cijfers van de NZa blijkt dat op enkele uitzonderingen na een daling van de wachttijden uitblijft. Ook blijkt dat in december 2022 84.000 menen wachten op een aanmeldgesprek of een behandeling in de ggz. Dit is een lichte stijging vergeleken met mei 2022 toen er 80.000 mensen wachtten. Net als in mei 2022 staat in december ruim de helft van alle wachtenden langer dan de Treeknorm op de wachtlijst. Ondanks de grote vraag naar ggz is het aantal wachtende beperkt gebleven.

Samenwerking

De toegankelijkheid van de ggz is niet de verantwoordelijkheid van één partij. Regionale partijen zijn van elkaar afhankelijk om wachttijden in de ggz te verminderen. De IGJ en NZa constateerden dit ook in hun toezicht in 2021 en 2019. In 2022 is in bijna alle regio’s de samenwerking inmiddels sterk

verbeterd; steeds meer partijen met verschillende expertise nemen deel in Regionale Taskforces (RTF). Hierin werken grote en kleine ggz-aanbieders, huisartsen, zorgverzekeraars, gemeentelijk sociaal domein en cliëntenorganisaties samen. De mate van samenwerking in de regio’s varieert. De meeste regio’s zijn positief over de inzet van gezamenlijke overlegmogelijkheden, zoals overleg- en casuïstiek- of transfertafels. In een aantal regio’s zijn laagdrempelige initiatieven gericht op herstel en zelfregie door ervaringsdeskundigen. Dit wordt gezien als een meerwaarde. Sommige regio’s zien dat het leidt tot een verminderde toestroom naar de ggz.

Organisatie

Alle partijen zien het belang om meer en nieuwe manieren te ontwikkelen waarin wordt samengewerkt met grote en kleine ggz-aanbieders, huisartsen en het gemeentelijk sociaal domein. Dit geldt voor de instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten. En om passende zorg te kunnen leveren, ieder vanuit de eigen deskundigheid. Het organiseren en borgen van deze samenwerking kost tijd, geld en menskracht. Deze voorwaarden ontbreken vaak. Ook zijn regie en verantwoordelijkheid bij het maken van plannen vaak niet goed belegd. De verschillen tussen gemeenten in een regio in organisatie en werkwijze maken het lastig om afspraken te maken.

Arbeidsmarktproblematiek

In alle regio’s is sprake van arbeidsmarktproblematiek. Dit speelt bij zowel ggz-aanbieders als bij huisartsen en in het sociale domein. Het zorgt in alle regio’s voor een grotere druk op de instellingen en behandelaren. Grote ggz-aanbieders zien dat behandelaars overstappen naar kleine ggz-aanbieders. Daarnaast ervaren zij problemen met het overeind houden van diensten vanwege een tekort aan psychiaters.

Aanbevelingen

De IGJ en de NZa doen aanbevelingen aan alle betrokken partijen. Een aantal voorbeelden:

  • Werk met alle betrokken partijen aan bewustwording rond de mogelijkheden van de ggz bij mentale problemen. De vraag naar ggz in Nederland is groter dan het aanbod. Behandeling in ggz biedt ook niet altijd een antwoord voor de problemen van mensen.
  • Ontwikkel beter regionaal inzicht in hulpvraag en zorgaanbod. Betere toegankelijkheid en een goede samenwerking met huisartsen en sociaal domein is vooral van belang voor de kwetsbare groep.
  • Maak regioplannen concreet en evalueer ze. Maak ook gebruik van een ervaringsdeskundig perspectief. Zo ontstaan meer mogelijkheden voor mensen om hun weerbaarheid en zelfregie te versterken. Maak expliciet wat je van elkaar verwacht.
  • Versterk samenwerking vanuit het ministerie van VWS. Ondersteun samenwerking binnen de regio’s d.m.v. bekostiging.

Door: Nationale Zorggids