Normal_normal_ok_operatiekamer_chirurgie_arts_assistent

Een kunsthartklep die via de les wordt geïmplanteerd, is sinds 30 september 2020 verzekerde zorg voor patiënten met een vernauwing van de hartklep en een hoog operatierisico. Zorginstituut Nederland oordeelt dat de TAVI-behandeling (transcatheter aortaklepimplantatie) niet wordt vergoed voor patiënten met een gemiddeld tot laag operatierisico. Daarvoor moet eerst bewijs komen dat de TAVI-kunstkleppen ook meer dan 2 jaar na de ingreep hun werk goed blijven doen. Dit meldt Zorginstituut Nederland. 

Zodra nieuw onderzoek daar aanleiding toe geeft, is het Zorginstituut bereid om opnieuw een standpunt in te nemen over vergoedingen van TAVI voor mensen met een gemiddeld of laag operatierisico.

Opgevouwen kunstklep via de lies

Vernauwing van de hartklep, ofwel aortaklepstenose, is de meest voorkomende hartklepaandoening in westerse landen en komt het meest voor bij mensen vanaf 80 jaar. In Nederland heeft zo’n tien procent van alle ouderen tussen de 80 en 89 jaar deze aandoening, waarbij de hartklep niet meer goed werkt en het hart het bloed niet goed meer kan rondpompen. Dit kan onder meer leiden tot flauwvallen en pijn op de borst. Vervanging van de hartklep kan met een openhartoperatie of door TAVI. De laatste is een veel minder ingrijpende behandeling, waarbij de kunstklep in opgevouwen toestand via de lies van de patiënt wordt ingebracht en geplaatst.

Beter kwaliteit van leven

Voor patiënten voor wie een openhartoperatie een te hoog risico is, wordt TAVI sinds 2011 vergoed. Daar komen nu patiënten bij met ernstige aortaklepstenose én een hoog operatierisico. Dit zijn meestal kwetsbare ouderen met meerdere ziekten. Omdat de herstelperiode na een behandeling met TAVI korter is dan na een openhartoperatie, is er voor deze kwetsbare groep sprake van effectieve zorg die bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven, aldus het Zorginstituut in zijn standpunt.

Door: Nationale Zorggids