Normal_rss_entry-259917

Nederlandse intensive cares gaan op grote schaal gegevens met elkaar delen. Het gaat om informatie uit apparaten zoals beademingsmachines, dialysemachines en diagnoses uit patiëntendossiers, maakten de ic-artsen Diederik Gommers van het Erasmus MC en Paul Elbers van het Amsterdam UMC in het programma Op1 bekend.

Elbers legt uit dat je als ic-arts 'slechts' een paar honderd patiënten per jaar ziet. Door op grote schaal gegevens uit te wisselen, beschikt een arts over informatie over duizenden patiënten. Daardoor kunnen aan het bed betere beslissingen worden genomen. "Elk uur neem je een enorm aantal beslissingen", zegt Elbers. "Daar zit veel onzekerheid bij."

Mogelijk kunnen in de toekomst algoritmen op basis van de verzamelde gegevens bij die keuzes helpen. Computers zouden dan bijvoorbeeld kunnen voorspellen wanneer bij iemand de bloeddruk naar beneden gaat, legt Gommers uit. Nu moeten verpleegkundigen een patiënt daarvoor constant in de gaten houden.

Concurrentie

Het plan is min of meer uit nood geboren door de coronapandemie, waardoor ic's heel snel al veel gegevens met elkaar zijn gaan delen. Volgens Gommers wordt big data in andere sectoren al "veel toegepast", maar is de gezondheidssector daarin doorgaans "conservatief". Ook wijst Elbers op de concurrentie die er tussen de ziekenhuizen is. Maar "corona heeft dat weggenomen".

Inmiddels hebben 45 van de 75 Nederlandse intensive care-afdelingen zich bij de samenwerking, die in ieder geval vijf jaar duurt, aangesloten. Volgens Gommers steunen de zorgverzekeraars het plan, omdat ze verwachten dat de patiënt er beter van wordt.

Door: ANP