Zorginstituut handelde zorgvuldig bij standpunt hooggebergtebehandeling

 Zorginstituut Nederland heeft zorgvuldig gehandeld bij de inname van het standpunt, eind 2019, dat hooggebergtebehandeling bij zeer ernstige astma niet effectiever is dan longrevalidatie op zeeniveau. Dit stelt de Rechtbank Amsterdam. De rechtbank deed donderdag 31 maart uitspraak in een rechtszaak die tegen het Zorginstituut was aangespannen door Stichting MC Astmacentrum en Astmavereniging Nederland en Davos. De stichting is eigenaar van het Nederlands Astmacentrum Davos, gespecialiseerd in hooggebergtebehandeling. Dit maakt Zorginstituut Nederland vandaag bekend. 

In het standpunt uit 2019 oordeelde het Zorginstituut dat er onvoldoende bewijs is dat hooggebergtebehandeling bij ernstig (refractair) astma, beter werkt dan longrevalidatie op zeeniveau. De uitspraak leidde indertijd tot ophef, veel patiënten en zorgverleners waren het er niet mee eens.

REFRAST-onderzoek

In het vonnis toont de rechtbank begrip voor de ontstane boosheid omdat uit de REFRAST-studie waarop het Zorginstituut het standpunt baseerde, blijkt dat patiënten baat hebben bij hooggebergtebehandeling. De vraag waar het bij de vergoeding echter om draaide en waarover de rechtbank zich moest uitspreken, is of de behandeling meerwaarde heeft ten opzichte van longrevalidatie op zeeniveau. De REFRAST-studie kon dit niet aantonen.

De bewijslast werd door het Zorginstituut als zeer laag beoordeeld, wat deels te wijten was aan gebreken bij de opzet van de studie. Gebreken die niet werden betwist door de eisende partijen. In zijn vonnis citeert de rechtbank een passage op de website van het Zorginstituut 'dat een behandeling in Davos vanuit de basisverzekering mogelijk blijft voor mensen met ernstig oncontroleerbare astma, waarbij de hoogte van de vergoeding dezelfde is als die voor longrevalidatie in Nederland'.

Stand van wetenschap en praktijk

Volgens de rechtbank staat vast dat het Zorginstituut zorgvuldig heeft gehandeld. En dat dat is gebeurd in lijn met het beoordelingskader dat voorschrijft op welke wijze vastgesteld kan worden of zorg aan het wettelijk criterium ‘stand van wetenschap en praktijk’ voldoet en daarmee voor vergoeding in aanmerking komt. Het beoordelingskader en daarmee de werkwijze van het Zorginstituut is eerder al door de Hoge Raad goedgekeurd.

Tegen de uitspraak van de rechtbank kan binnen 3 maanden hoger beroep worden aangetekend.

Door: Nationale Zorggids