Normal_verhalen-ton-van-lamoen-dm2

Hij kijkt graag met zijn vrouw Corry naar ‘krimi’s’ en Formule1 op de tv. Fotobewerking op de computer is een grote hobby. En muziek maken op zijn keyboard! “Ik verveel me geen seconde”, zegt Ton van Lamoen (70) uit ’s-Hertogenbosch. Wel vult hij zijn vrijetijd iets anders in dan vroeger. “Ik heb chronisch hartfalen. Lange stukken fietsen en wandelen lukt niet meer. Dan moet je op zoek naar andere bezigheden.”

Ton is 34 als hij zijn eerste hartinfarct krijgt. “Hartklachten komen in de familie voor”, vertelt hij, “maar stress speelde ook een grote rol. Ik was servicemonteur, werkte op onregelmatige tijden, reed 80.000 kilometer per jaar.” Na zijn operatie volgt een lange revalidatie. Hij laat zich omscholen tot automatiseerder en vindt ander werk. Lange tijd gaat het goed, totdat hij in 2005 ziek wordt. Burn-out, wordt aanvankelijk gedacht. “Het bleek om ernstig hartfalen te gaan”, aldus Ton. “Alle aders die in 1983 waren geopereerd, zaten weer dicht.”

Hart werkt minder goed

Bij hartfalen werkt het hart minder goed, vaak door een hartinfarct. Het hart pompt niet genoeg bloed rond. Ton merkt dat onder andere door kortademigheid, verminderde spierkracht en vermoeidheid. Opereren is in zijn geval te risicovol. Medicatie, fysiotherapie en een dieet kunnen de klachten verminderen. Ton: “Het fysio-programma dat ik in het JBZ heb gevolgd, doe ik nu bij de sportschool hier in de buurt. Verder volg ik een vocht- en zoutbeperkend dieet; haring en oude kaas heb ik al 13 jaar niet meer gegeten, haha.”

Hartfalenpoli JBZ

Elke zes weken heeft hij een afspraak op de hartfalenpoli van het JBZ. Verpleegkundig specialist Noortje de Bie verricht lichamelijk onderzoek, stelt eventueel de medicatie bij en geeft adviezen rondom levensstijl. “Buiten die afspraken om kan ik haar altijd bellen of mailen”, zegt Ton. “Dat vind ik fijn, want als je ergens mee zit, wil je snel antwoord. Op advies van Noortje ben ik pas gestart met een nieuw medicijn. Ja, dat pakt goed uit; ik voel me wat krachtiger daardoor. Het is een kwestie van accepteren en aanpassen. Gelukkig heb ik ‘mijn Corry’ in de buurt, zij is mijn steun en toeverlaat.”