Normal_omring-1

Ans de Vries (69) vertelt over hoe het is nu haar man Bert (73) Alzheimer heeft. Hoe ze vreselijk van hem houdt. Nog steeds na al die jaren. En dat ze daarom tot het einde voor hem wil zorgen. Maar ook hoe moeilijk het is als ze elke nacht drie keer uit haar slaap wordt gehaald terwijl ze doodop is. En hoe blij ze dan is met de hulp van het dementieteam van Omring.

 

Hij leek op Roger Moore. Wat een stuk was Bert! Ik stapte in Zuid-Scharwoude uit de bus tijdens een uitje van de kerk en hij viel me meteen op. Ik was op slag verliefd. Gelukkig bleek hij ook een goed karakter te hebben. Zestien was ik pas en ik raakte zwanger voordat we getrouwd waren. Een ‘moetje’ werd het dus. Mijn ouders vonden het verschrikkelijk. Ze hadden in Enkhuizen een rijwielzaak en er werden in de winkel weleens nare opmerkingen tegen mijn moeder over mij gemaakt. ‘Niks van aantrekken, maak je maar niet druk om wat ze zeggen’, hield ik haar telkens voor. Zij en mijn vader stapten over hun gêne heen en hielpen Bert en mij in het zadel.”

Ans verloor haar ouders echter al vroeg. “Op mijn 24ste bleef ik alleen over, want broers en zussen had ik niet. Het is me altijd blijven achtervolgen dat ik mijn nestwarmte was kwijtgeraakt, ook al had ik inmiddels een eigen gezin met twee kinderen. Vooral op verjaardagen en met Kerst miste ik hen heel erg”, bekent ze.

“Ik ben wel heel erg blij dat ik mijn moeder op het laatst thuis heb kunnen verzorgen. Ze had kanker en iedereen protesteerde toen ik zei dat ik haar mee naar huis wilde nemen vanuit het ziekenhuis. ‘Het kan nog wel een half jaar duren. Dat hou je nooit vol’, meende Bert. Uiteindelijk heeft ze nog maar een week geleefd en ben ik dankbaar dat ik heb doorgezet. Zo is het ook met Bert, hem wil ik ook tot het eind verzorgen.”

Steeds meer signalen

De Alzheimer van haar man kondigde zich langzaam aan voordat de diagnose in 2013 officieel kwam. Ans zag dat hij anders ging lopen en steeds vaker een starende blik had. “Hij zat er ook wat afwezig bij als de tv aan stond, zelfs als er een quiz was. Vroeger riep hij altijd meteen het antwoord, want hij wist heel veel.”

Na diverse onderzoeken hoorden Ans en Bert dat hij Alzheimer had. “Ik herinner me dat ik dacht: Wat een nare stempel krijgt hij nu op zijn voorhoofd gedrukt. Ik voelde de grond onder mijn voeten wegzinken. Zelf bleef hij er tamelijk nuchter onder, al had hij het ook niet verwacht. Misschien was het voor hem minder een schok omdat hij al last van zenuwen had. Het schijnt dat je bij Alzheimer in je hoofd vergelijkbare verschijnselen hebt, maar het is nog wat heviger. Soms zegt hij daar weleens wat over. ‘Mijn hoofd voelt zo raar, het is net of het niet mijn eigen hoofd is’, zegt hij dan. Echt uitleggen wat hij voelt, kan hij niet,” vertelt Ans.

“Om de kleinste dingen maakt hij zich druk. Dat deed hij al langer, maar nu wordt het steeds erger. Zo ziet hij er telkens vreselijk tegenop om naar de dagbesteding bij zorgboerderij De Tulp in Andijk te gaan. Maar als hij begeleider Piet ziet, is de hele dag weer goed. Dat is voor mij een cadeau.”

Dilemma’s

Dat Bert moeite heeft met zelf naar de wc gaan, maakt het leven voor Ans wel erg vermoeiend. ’s Nachts wil haar man vaak wel drie keer en ze moet hem altijd helpen. Daardoor komt ze zelf nauwelijks aan haar rust toe. “Ik hou heel erg veel van hem. Echt waar! Maar als ik drie keer uit mijn slaap word gehaald terwijl het me zoveel moeite kost om in slaap te komen, dan zucht ik inwendig weleens heel diep. Daar ben ik heel eerlijk in. Zelf slaapt hij weer zodra zijn hoofd het kussen voelt.”

Inmiddels heeft ze dankzij het dementieteam van Omring een toiletstoel op de slaapkamer zodat haar man niet meer naar beneden geholpen hoeft te worden als hij moet plassen. “Iemand van de Omringwinkel is ’m zelfs komen brengen. Geweldig! Daar heeft Omring nog eens extra bonuspunten mee gescoord, hoor.”

Het heeft behoorlijk lang geduurd voordat ze Omring voor het eerst belde. “Er was me wel eerder hulp aangeboden, maar ik was er nog niet aan toe. Ik vond dat ik het nog wel allemaal zelf kon. Pas toen het te erg werd en hij zijn ontlasting niet meer ophield, heb ik op een vrijdag toch maar contact opgenomen met Omring. De maandag erop zat Anita van het dementieteam al bij me op de koffie.”

Nu komt er elke ochtend een Omring-medewerkster om Bert te wassen en wordt hij twee keer per week met douchen geholpen. Een tijd lang gingen ze ’s middags ook nog met hem wandelen en dat maakte zijn geest scherper. Omring hielp ook met het regelen van de dagopvang voor Bert.

Geweldige hulp

“Ik ben zo ontzettend enthousiast over de meiden die ons helpen. Ik zeg altijd ‘meiden’, maar ze zijn natuurlijk allemaal volwassen. Ik zie dat ze met liefde hun werk doen. Er komen tien verschillende medewerksters, maar dat vind ik niet erg. De één is hier goed in, de ander daarin. Ze zijn over het algemeen ook keurig op de afgesproken tijd. Als Bert naar de dagopvang gaat dan arriveren ze om half acht en anders tussen tien en half elf. Dat werkt prima, want mijn man slaapt graag uit.”

Bij de familie De Vries krijgen de Omringmedewerksters altijd wat te drinken en koek als ze er de tijd voor hebben. “De koek komt natuurlijk van de bakker, daar ben ik heel consequent in. Het moet wel goed wezen wat ik ze voorzet. Want ze hebben ook oog en oor voor mij. Dat waardeer ik erg. Bij hen kan ik mijn verhaal kwijt.”

“De thuiszorgmedewerksters hebben ook oog en oor voor mij. Dat waardeer ik erg”

Als ze niet in de buurt is, dan roept haar man vaak: “Ans, Ans, waar ben je?” Is die claim dag en nacht soms niet moeilijk? “Ja, eigenlijk wel. Maar ik begrijp het ook. Ik ben zijn geheugen, zijn anker. Voor mij betekent het anderzijds dat hij mijn gevangenis is. Ik las dat ergens in een tijdschrift en ik denk dat het cru maar waar is. En tegelijkertijd voel ik: ik wíl hem ook niet alleen laten. Als er iets zou gebeuren, dan zou ik het mezelf eeuwig kwalijk nemen.” Haar kinderen passen daarom om de beurt op als ze op donderdagavond naar yoga gaat.

Voelt ze zich eenzaam? “Ja. Al heb ik me in het begin eenzamer gevoeld. Nu heb ik me er meer bij neergelegd dat er bijvoorbeeld geen vrienden meer op bezoek kunnen komen omdat Bert daar niet tegen kan. De kinderen en kleinkinderen wil hij wel graag zien. Dat is fijn, want zo kan ik blijven oppassen. Elke donderdag zijn de twee jongsten bij ons. Het maakt me zo blij als ze hun armen om me heen slaan en zeggen dat ze me lief vinden. Laatst had een van hen op school speciaal een tekening voor haar opa gemaakt. Bert was er zo blij mee. Dat zijn de kleine dingen waar ik nu van geniet.”

Kracht

Inmiddels heeft haar man er nog een ziekte bij gekregen: hij heeft longkanker. Zelf beseft hij het niet meer, maar deze tweede nare boodschap kwam hard aan bij Ans. “Gelukkig”, zegt ze, “ben ik een knokker geworden doordat ik mijn ouders zo vroeg verloor. En ik heb veel steun aan mijn geloof. Daar deed ik lange tijd weinig meer aan en nu bid ik elke avond om kracht. Ik voel dat het helpt.”

Daarnaast is het voor haar ook een troost dat haar huwelijk zo goed is geweest. “Anders zou ik het nu misschien niet volhouden. Bert is weliswaar mijn maatje niet meer, maar nog wel mijn lieve man. Heel dubbel: enerzijds gun ik hem dat zijn lijdensweg over is, anderzijds ben ik verschrikkelijk blij dat hij er nog is. Ik merk nu al op de dagen dat hij naar de dagopvang is hoe het straks misschien zal zijn. Zonder hem voelt het raar, al geeft het me rust. Als het busje van de dagopvang voor de deur stopt en hij stapt uit, dan maakt mijn hart nog steeds een sprongetje.”